In het Aramees is de afzondering een beeld van de onderscheiding (prs). Deze regel was er al in het Egyptisch. De onderscheiding wordt in het Egyptisch voorgesteld als het hol van een slang, als beeld van de baarmoeder en de hel (ten). Dit is waar de hongerende afzondering toe leidt, tot het hol van het touw. De mens mag nooit zomaar het touw aanvaarden als een muis die denkt kaas te hebben gevonden. Vandaar dat het touw allereerst komt als slang, en de mens heeft eerst een worsteling met deze slang te voeren. Alles moet getoetst worden. De mens moet niet vallen voor overmoedig vertrouwen en overmoedige godsdienst, want men zou maar eens een afgod dienen. Onderscheiding betekent ook later in het Egyptisch (then). 1:11 - vervuld van de vrucht van gerechtigheid, welke is, tot eer en prijs van God. Gerechtigheid is in het Egyptisch de diepere betekenis, en is altijd verbonden aan het touw, opdat de mens niet overmoedig oordeelt. 1:12 - Ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen mij wedervaren is veeleer tot bevordering van de evangelieprediking heeft gestrekt. Dit zijn weer Egyptische principes, dat de pijn zowel inprintingen maakt in het individuele geheugen als in het collectieve geheugen. Hoofdstuk 59. De Terugkeer tot het Oergeheugen Verder op het Vur traject komen we bij boek 10, het Rode. Dit gaat over de ontmoeting met Hel, gepersonificeerd en gesymboliseerd als een vrouw : 25. Het gordijn achter haar was prachtig golvend met satijn, kant, wol en dierlijk touw. Door het raam zag hij niets dan vuur, maar het was als het vuur van drugs. Het speelde met zijn verstand, met zijn herinneringen, met zijn dierlijke instincten en met zijn filosofieen. 26. 'Mijn naam is de Hel,' zei de vrouw. 'Ik ben de plaats waar jij was. Je hebt haar overwonnen.' 27. 'Wie heb ik overwonnen ?' vroeg de jongen. 28. 'Haar, degene die loog over mij,' zei de vrouw. De vrouw pakte hem stevig beet en kuste hem. 'Mijn zuster, genaamd Leven. Mijn andere zuster is Dood.' In vers 25 is zij verbonden aan het touw, als de godin van de touwen. In de Egyptologie is de hel de baarmoeder, het hol van het touw, van de slang. Mozes leidde het volk in de wildernis tot dit mysterie en stelde een slang op, en het volk moest tot de slang komen om te overleven. In de Egyptologie is er het Sokar mysterie waarin de ziel door de wildernis hongert en moet komen tot de grot van Sokar, de wachter van de mond, de stille, het geheim. Tevens is Sokar de wachter van de hel die onder de grond ligt, en hier ligt het mysterie van de wedergeboorte. Sokar is de wachter van
915 Online Touch Home