917

Witte donder, terwijl de hemelen openscheuren, Hij zonk in een nieuwe realiteit, Zijn ogen vertelden een honderd verhalen, Het was als een mozaiek Boek 14 gaat over het komen tot de rode veer. Wanneer een mens aan zijn ego sterft in de diepe nacht, dan komt hij tot de woeste zee van de dood, en dan moet hij wachten op de rode vogels, de rode ibissen, die hem over de zee van de dood zullen brengen. Dit zijn hele grote vogels. Achter de zee van de dood liggen de spoorwegen, de stations, waar de Vur ook over gaat. Het oergeheugen is te vinden op de rode planeet, de kern van het heelal. Zo blijft de mens veilig tegen het valse geheugen van de piraten. 11. Ze plunderden alles wat los en vast zat, en op een dag namen ze alles in, en namen de gevangenen mee in hun schepen naar een plaats diep onder de grond waar ze in de mijnen moesten werken. Hier zien we dat de mens geplaatst wordt in de mijnen. Het is zwaar werk in het geheugen, zwaar en slopend. De piraten willen goud. Dan gaat het over de rode veer als wapen tegen de piraten, wat zelfs tot een gebod werd. De rode veer wordt beschreven als een geheim. Het is dus een mysterie, wat verder in de Vur besproken wordt. De mens moet dus uit de piratenmijnen komen, en niet meer werken voor de piraten. Er is een ander traject van mijnen wat in de Vur beschreven staat. Wiens mijnwerker ben je ? Eerst moet de mens met alles stoppen en door het hongeren en minderen komen tot het rode, tot de kernen van de wildernis. De mens moet eerst loskomen van piraatse goudlust. De mens moet genezen worden van piraatse goudkoorts. Het medicijn ligt in het rode. 'Mag ik wat van dat rode, dat rode daar ?' Ezau, de wildernis mens, gaf zijn eerstgeboorte recht ervoor op. Wat kon hem het schelen ? Hij hoefde geen aanzien in de stad. Hij gaf alles op, zoals Jezus aan het kruis, en zoals Paulus in de gevangenis. Alles wat hij wilde was het rode. Het is het mysterie van de rode veer. Wachten wij op de rode vogels, of stoppen we ergens halverwege omdat het te lang duurt, en keren we weer terug naar de piraatse arbeid, het lusten naar stads goud ? Hoofdstuk 60. Filippenzen en het Afkicken van Sociale en Religieuze drugs Filippenzen 4:1 - Daarom, mijn geliefde broeders, naar wie mijn verlangen uitgaat, mijn blijdschap en kroon, staat alzo vast in de Here, geliefden. Blijdschap is in het Egyptisch het open zijn van hart. Het Aramese woord is hadwa, en in het Egyptisch is het aut ab, hat ab, met de wortel aut-a, de slang op de kroon, oftewel het verstand wat in de heilige gebondenheid is, het touw van het hoofd. Blijdschap is in het Egyptisch altijd gekoppeld aan wijsheid en inzicht (ab). Blijdschap is de ontmaskering, de openbaring van het geheim. Het is het openend aspect van kennis (unf). Een ander woord voor blijdschap is mseka, wat ook kroon betekent, maar wat in principe een demonologische betekenis heeft, want het betekent ook dierenhuid, waarin de aan het ego

918 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication