15 De Heere nu had één dag vóór de komst van Saul aan Samuël geopenbaard: 16 Morgen om deze tijd zal Ik een man uit het land van Benjamin tot u zenden; hem zult gij tot vorst over mijn volk Israël zalven en hij zal mijn volk verlossen uit de macht der Filistijnen. Want Ik heb acht geslagen op mijn volk, omdat zijn hulpgeroep tot Mij is doorgedrongen. Aramees : Saul kwam om het volk te initieren in de mysterieen. We zien hier de bloedlijn van Saul : 1 Er was een man uit Benjamin, Kis geheten, de zoon van Abiël, de zoon van Seror, de zoon van Bekorat, de zoon van Afiach, een Benjaminiet, een vermogend man; 2 deze had een zoon, Saul geheten. In het Hebreeuws is vermogend GIBBOWR, een jager, een opperhoofd. In het Aramees is het GANBARA, wat Orion betekent. Saul representeert de bloedlijn van Orion. Na de verbreking van het zegel van de mannelijke, patriarchische Orion is het belangrijk om tot de oorspronkelijke vrouwelijke, matriarchische, amazone Orion te komen. Er is een wereld van verschil tussen het mannelijke en het vrouwelijke Orion. 3 Nu waren van Kis, de vader van Saul, de ezelinnen zoekgeraakt. Toen zeide Kis tot zijn zoon Saul: Neem toch een van de knechten (NA'AR) mee en ga heen, zoek de ezelinnen. Ezelinnen zijn in de worteltekst van het Hebreeuws de eeuwigheid, als een beeld van geduld en volharding. Toen zij de ezelinnen niet konden vinden gingen zij tot Samuel : 1 Samuel 10 1 Toen nam Samuël de oliekruik, goot haar uit over zijn hoofd, kuste hem en zeide: Heeft de Here u niet tot vorst over zijn erfdeel gezalfd? 2 Wanneer gij heden van mij zijt heengegaan, zult gij twee mannen ontmoeten bij het graf van Rachel, in het gebied van Benjamin, te Selsach. Die zullen tot u zeggen: De ezelinnen die gij zijt gaan zoeken, zijn terecht. Rachel is 'lam' in het Hebreeuws. Door de dood van het lam kwam Jakob tot Bilha's tent. Dit graf is in Benjamin, het beeld van de gehoorzaamheid in de grondtekst. Selsach is de plaats van het donker worden in de grondtekst. Hier is de naker (de valse witte vrouwelijke superioriteit, racisme tot het zwarte vrouwelijke) overwonnen, en wordt de donkere huid van de moeder getoont. (Hier gaat boek 20 van de Vur, Amalek, ook over : 11. Zij bewapende haar kinderen en ontzag hen niet. Zij tuchtigde haar kinderen reeds vroeg, en daarom moest de heks dood. De stad wilde kinderen verwennen met een allesverblindend licht, verlammend en bemoederend. 12. Zij was de zwarte koningin des doods, de koningin van het oerwoud, toen het witte haar kinderen en haar schone land stal. En zij beval haar jager het sneeuwwitte om te brengen, want het witte moest sterven, zeven maal. 13. En het sneeuwwitte was jong, oningewijd, omgeven door witte doornen. En zij lokte haar tot de deur van de dood in het oerwoud. En het sneeuwwitte gewaad werd afgedaan, en een zwarte vrouw rees op.) 3 Als gij dan verder trekt en bij de terebint van Tabor komt, zullen u daar drie mannen ontmoeten op weg naar God in Betel; één van hen draagt drie bokjes, een ander drie broden en de derde een kruik wijn. 4 Zij zullen u begroeten en u twee broden geven, die gij van hen zult aannemen. Tabor betekent verbrokenheid in de worteltekst.
941 Online Touch Home