werkelijk heet, en wat in diepte dus de Orions-Rigil Kentse oorlogsgodin is. Dan kunnen we heel veel in die speer zien, zoals het spiegel mechanisme in Kolossenzen, ook als een beveiliging van de speer. Timoteus was het kind van Saul, oftewel van Paulus, oftewel van de oorlogsgodin. De speer brengt dus ook door de Timoteus dynamiek wedergeboorte en wederopvoeding. Is ons ego al gespeerd ? Efeze rust ons toe in de strijd tegen het ego. Dit verteld dan ook over de strategie van de oorlogsdynamiek van de kennis. Wij mogen nooit zomaar naar de speer grijpen om oorlog te voeren, want dan zal het ons totaal afbranden. Het is de speer van de oorlogsgodin, van de baarmoeder, en alleen zij kan de speer hanteren. Het is iets metaforisch. De speer brengt tot heilige gevangenis, zoals in Filippenzen, waarin de mens leert over het geheim, om zo te komen tot openbaring, het Woord, waar de mens leert over het belang van de restricties als onderdeel van de paradijselijke immunologie. Het paradijs is niet zomaar het paradijs. Zonder de immunologie, oftewel de demonologie, kan het paradijs niet bestaan. Kijken we dan naar Romeinen als onderdeel van de speer, dan brengt dit de mens terug tot de oerwortels, tot de natuur, en tot Israël, waardoor je dan automatisch ook terugkomt tot Egypte, omdat Israël een zijtak is in de Egyptologie. Het boek Romeinen gaat in het Aramees over het volharden, wat in principe de enige weg is tot de heilige gebondenheid waarover ook Galaten spreekt. Deze speer wordt er op ons afgeworpen, en deze speer is er om ons te testen en ons los te maken van het ego, zoals ook II Korinthe over het toetsen gaat. Tessalonicenzen trouwens ook, en het gaat ook over de opname. In de context is dat dus metaforisch, zoals de opname door de valkyries, wat gebeurt als een mens hard aan zichzelf gestorven is op het slagveld tegen het ego. Aan welke kant sta je, en aan welke kant moet je staan, want het collectieve ego wat we in het stadsbewustzijn zien, heeft een heel ander plaatje van het ego gemaakt, heeft dus alles omgedraaid, vandaar dat het teruggedraaid moet worden, de involutie. Waarmee ben je bewapend ? Met de stad of met de natuur. Boek 28 van de Vur, de robot, stelt : 1. Het was te sterven verschillende malen om te komen tot de diepste dood. Zij die daar kwamen verloren henzelf om robotische experimenten te worden. 5. Was hij de enige overlevende ? Hoeveel kaarten heb je ? Vroeg een vrouw. Hij had een boek vol kaarten. Zijn wij de enige overlevenden ? Vroeg hij. 6. Er moeten er meer zijn, zei de vrouw. Zijn herinneringen waren kaarten. Hij kon ze gebruiken wanneer hij ze nodig had. De vrouw nam hem naar een markt waar in kaarten gehandeld werd, en waar kaarten geruild werden. Hij moest het beste kaartendek bouwen. 7. De verliezers zouden doorboort worden met speren. 11. Hij durfde niet te bewegen. 12. Hij ontdekte dat zijn wapens hem opgesloten hielden. Dit kun je vanaf verschillende kanten lezen, wat ook de bedoeling is. Het gaat om een spel op leven en dood. In sommige indiaanse culturen bestonden zulke spelen. Maar dit is metaforisch, en we hebben de gnosis te winnen en het ego te verliezen. Maar welke wapens grijp je ? Welke kaarten ? Je moet dan weer heel voorzichtig zijn en eerst terug gaan naar de natuurbron, zodat je geen losgeslagen strijd voert, want dan is die al verloren. Het beste is om de hogere leger-ordes uit te voeren, terug te keren tot de leger overste. In de stad krijg je namelijk de verkeerde wapens aangeboden, en die sluiten je alleen maar op. Het komt neer op een kaartspel. Heb je de juiste kaarten ? En waardeer je je kaarten wel op de juiste manier, en zet je ze op de juiste momenten in ? De Vur gaat veel over dit kaartspel van de natuur.
956 Online Touch Home