977

alles maar toelaat, zeker geen gelukzalige gepensioneerde altijd maar ja-knikkende suikeropa. De mensheid moet van de karikaturen af. De stad heeft geen zorgvuldigheid zoals de baarmoeder, maar de stad is onverschillig en daarom zijn ze vaak schijn-aardig. De baarmoeder kan soms wreed genoemd worden om haar kinderen wakker te schudden, maar de stad is sadistisch. Dat is een heel groot verschil. De moeder doet alles met een doel, maar de stad is doelloos, hedonistisch. Dit wordt in hun pieken allemaal heel extreem, en dan zie je hun ware aard. Mijn dromen waren dus ook nachtmerries, omdat ik ze als kind niet begreep. Er moest nog een exegese komen, een uitleg. Later ging ik de lijnen van de demonologie en het shamanisme erdoor zien. Het is oorlog, dus ik zou niet met minder genoegen nemen. Daarom heb ik er ook altijd een hekel aan gehad hoe vrouwen door veel mannen als een stuk vlees werden behandeld, zo roekeloos, onvoorzichtig, onverschillig. Maar de duivel heeft ook hele verkeerde vrouwen op mij afgestuurd, waardoor ik moest vechten voor mijn leven. Dat zijn nu eenmaal de voorhangsels van de kennis. Alles bestaat uit tegenstellingen en alle combinaties daar tussenin, zodat de mens genoeg creatief materiaal heeft. Alleen zo is het palet compleet. De mens draait en draait, totdat de mens de vergetelheid vindt waarin allereerst alle aardse stemmen doven, alle vooroordelen en aardse programmaties. De stad, ook zeer sadistisch naar dieren, maar als Liesje vies wordt schreeuwen ze moord en brand. Wat een belachelijke karikatuur, en belachelijk hypocriet, puur absurdisme, maar al die vreemde figuren, al die treden van de trap hebben we nodig om boven te komen. Ze houden allemaal een bepaalde antistof verborgen, de openbaring van een bepaald raadsel. Wil dat zeggen dat we met pensioen kunnen gaan en kunnen stellen dat we dan ook maar positief moeten blijven denken, want zo is elke leugen dus een heraut van de waarheid ? 'Zo, nu is toch alles goedgekomen.' Neen. De mens mag niet in slaap sussen. Er is een daadwerkelijke strijd te voeren, oftewel een tabernakel dienst van de studie te verrichten. Er is geen simpele 'alles zal medewerken ten goede, dus lang leve de lol', want dan kom je weer in christelijke 'alles is genade' grapjes terecht, of 'geloof en wees voor alles doof' flauwekul. Alles zal medewerken ten goede 'door de studie', 'door de exegese', en die begint met de vergetelheid waarin het aardse wordt losgelaten allereerst, maar dan ergens op het traject begint de ware demonologie als een piepend alarm. Slangen in het paradijs, haaien in de rivier de Lethe, enzovoorts. Niet zonder gevaren. Het touw trekt ons terug tot de feiten. En het feit is dat de mens diep in slaap was gevallen. Als demonoloog moet je zien dat het hele menselijke ras bezeten is, allemaal demonische parasieten in de hoofden van de mensen die met elkaar overleggen hoe ze elk mens het beste te gronde kunnen brengen, en de mensheid ziet het gewoon niet. Dit is niet iets wat je zomaar eens een keer ziet. Neen. Je ziet het dagelijks. De mensheid wil het niet zien. Als de mens sterft, ja, dan heeft de mens ineens ons als demonologen nodig. Dan zien ze ineens dat de rampen inderdaad niet te overzien zijn. De demonoloog grijpt niet naar de drank, de pilletjes of de drugs om van zijn visioenen af te komen, maar werkt aan zijn visioenen, doet er iets mee, ook met zijn kinderdromen en kindernachtmerries, zoals een neef van mij eens zei : 'Nachtmerries is allemaal informatie.' het is voor studie doeleinden, lieve mensen, dus wat je ook in je leven hebt meegemaakt : zie het als een studie uitdaging. Blijf pellen totdat je bij een stuk vergetelheid aankomt waarin de rode kern is ingewikkeld, een stuk openbaring boven menselijk groeps-denken.

978 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication