115

hen gerommeld. Onschuldige spelletjes noemen ze dat dan. Het andere meisje had ook de herinnering dat er een mes op haar keel was gelegd. 'We laten de mensen de mensen,' zei ze. 'Wij weten wel beter. Als we onszelf niet meer kunnen geloven dan heeft het leven geen zin meer.' Niet lang na de dropping van het foldertje liepen ze samen ergens op straat, en een zwarte auto stopte vlakbij hen. Een raampje ging naar beneden, en een boertje keek hen aan. 'Stap maar in, jongedames. Waar gaat de reis naartoe ?' Plotseling herinnerden de meisjes het boertje. 'Zeg, heb jij ons niet eens eerder meegenomen ?' vroeg het meisje. 'Ik herinner hem ook,' zei haar vriendin. 'Nee hoor,' zei het boertje. 'Ik weet van niets. Stap in, dan kunnen we verder praten, want anders rijd ik weer weg.' 'Nee, nee, rijd niet weg,' zei het meisje. 'Alstublieft, vertel ons alles wat er gebeurd is.' Ze wist dat het boertje haar enige hoop was om aan de informatie te komen die ze nodig had. 'Laten we dat nu maar niet doen,' zei haar vriendin, 'want dan gebeurt weer hetzelfde, en dan moeten we er weer doorheen.' 'Ja, maar ik heb dit nodig, anders blijf ik met die vretende twijfels en onzekerheden lopen,' zei het meisje. 'Ja, maar wat als we het dit keer niet overleven ?' vroeg haar vriendin. 'Het leven heeft geen zin als ik hier niet achterkom,' zei het meisje. Uiteindelijk zijn ze toen maar ingestapt, want ze konden hun nieuwsgierigheid niet bedwingen, en die nieuwsgierigheid was veel en veel groter dan hun angst. 'Vertel op,' zeiden de meisjes die inmiddels op de achterbank zaten. 'Wat heb je met ons gedaan de vorige keer ?' 'Zoals ik al zei,' zei het boertje, 'ik ken jullie niet, maar zou jullie graag een lift willen aanbieden. Waar gaat de reis naartoe ?' 'U heeft ons leven flink in de problemen gebracht,' zei het meisje. 'Alles wat we willen is een verklaring hiervoor.' 'Welnee,' zei het boertje. 'Jullie begrijpen het gewoon niet. Ik zal jullie meenemen naar de boerin dan krijgen jullie lekkere koek met thee.' 'Nee !' riepen de meisjes. Dat herinnerden ze zich ook ineens, dat ze koek met thee kregen van de boerin. De boer reed met het zwarte kleine busje een weiland in, op weg naar een boerderij. Bij een klein boerderijtje stopten ze. 'We willen best meegaan, maar we drinken geen thee en eten geen lekkere koek. Alles wat we willen is een verklaring.'

116 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication