klinieken gehaald. Jezus sprak in Mattheus 25 : Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend? Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. Zijn deze woorden niet zo waar ? Maar de nazi's zetten hen die het moeilijk hebben op de trein naar Auschwitz, naar het concentratie kamp. Apeldoorn is hiervan een groot voorbeeld in 1943. Ik heb veel dromen over Apeldoorn gehad. In Uddel, gemeente Apeldoorn, kreeg ik ook een beginopleiding exorcistische demonologie, dus praktijk-demonologie. In mijn dromen daarna was Apeldoorn ook een militair gebied voor de demonologie. Laten we beseffen dat Israelieten die in grote strijd waren, in een psychiatrische kliniek, vanuit hier de onderwereld ingingen, tot Auschwitz, een concentratie kamp. In mijn dromen stond Apeldoorn voor een natuurgebied van hemelse opname, de hemelvaart, wat in principe gewoon het neerdalen tot de onderwereld is. Beekbergen, gemeente Apeldoorn, was de plaats van het zesde klas kamp, als overgang van de lagere school naar de middelbare school. Het is dus belangrijk geestelijk tot Apeldoorn te gaan, tot moeder Apeldoorn, die daar in de natuur leeft. Apeldoorn is een groot lijden. Wij kunnen dit kruis niet omzeilen. Alles gaat terug naar Apeldoorn 1943. Hier is het gat tot de onderwereld. Aan Auschwitz ontkomen wij niet, maar het moet verdiept worden. Zijn wij al in Auschwitz geweest, of staan wij nog te pronken aan de zijlijn omdat we niet vies willen worden ? 'Ik ben in Auschwitz geweest en gij was niet met mij,' zou Jezus zeggen. Maar wanneer was u daar dan ? Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. Zijn wij met Jezus in Getsemane, Gabbatha en Golgotha, of slapen wij zoals zijn discipelen ? 'Ik ben in Auschwitz geweest, maar waar waart gij ?' Het begint in Apeldoorn, tussen de woonwijken, waar een vrouw is, een twistzieke vrouw. Begrijpen wij nu waarom zij twistziek is ? Zij weet van de afdaling tot Auschwitz. Zij is er zelf geweest. Zij is moeder Apeldoorn. Zij is wild en woest als een natuurvrouw, niet op een vleselijke manier, maar op een geestelijke en demonologische manier, op een profetische manier. Zij ging van Golgotha tot Auschwitz. Waar waren wij ? Zij weet dat ze de mens niet kan vertrouwen. Daarom gooit ze haar paarlen niet voor de zwijnen en is zij als een orakel, obscuur. Zij is strijdlustig als de hemelse boodschapper die met Jakob op Pniël streed, en Jakob sloeg, opdat Jakob gevoelig zou zijn voor de boodschap. Aanvaarden wij het als wij geslagen worden door het kruis om de hemelse boodschap te ontvangen ? Of verwerpen wij het kruis ? Ik kan bijna niet ademen als ik denk aan Apeldoorn 1943. Ik klap dicht en kan niet denken. Ik sta aan de grond genageld. We kijken daar rechtstreeks in de put van Auschwitz, maar we mogen ook moeder Apeldoorn zien. Zij werd geplunderd, zij werd verkracht. Wie hoort haar stem in de nacht ? Wie waakt met haar, of slapen zij allen ? Wie hoort haar geroep, wie hoort haar geschreeuw ? Wie kan er door haar boosheid heenprikken ? Wie kan het slaan van haar gesel aanvaarden, waarmee ze haar boodschap brengt ? Ja, ze moet haar kinderen wel wakker schudden. Ze wil dat we het voelen. Zoveel geschiedenis die verloren is gegaan. Een moeder in het zwart, als een obscure monnik. Ze prevelt wat, maar niemand kan het verstaan. Auschwitz zwaar in haar herinnering, de dagen dat ze werd verkracht. Heeft het haar oppervlakkig gemaakt ? Nee. Juist diep. Wie kan haar ontcijferen ?
124 Online Touch Home