14

De mens heeft dus niet zomaar een uitstorting nodig van 'de heilige geest', of 'het heilige geestelijke', maar zoals in het verhaal van het opgehangen jongetje : de heilige dood, dood naar de onkunde, het materialisme, het bedrog, en dan kan de mens verder. De mens moet dus eerst aan zichzelf sterven, zoals het jongetje. Dat is de basis voor iedere verdere geestelijke gave. Hoe gaat dat dan verder in het verhaal van het opgehangen jongetje ? Het jongetje heeft de heilige dood ontmoet, en wordt dan met haar meegenomen tot de eerste gave, en dat is de gave van de grens-gevoeligheid. De mens gaat telkens over de grenzen heen, omdat de mens die grenzen niet kent, niet ziet. De mens is blind. De mens voelt de grenzen niet, omdat de mens zwaar dronken is. Daarom moet de mens eerst gevoelig worden voor de grenzen. De mens moet komen tot de hemelse douane, of het blaf feest. De mens mag om deze gave bidden, en deze gave leren. Hoe gevoeliger je wordt voor de grenzen, wat op allerlei gebied kan zijn, hoe meer de grenzen onder stroom komen te staan, dus als je dan te dicht bij zo'n grens in de buurt komt, dan wordt je door een bepaalde voltage weggestoten. Dat wordt het blaf feest genoemd, want de mens wordt dus zo beschermd. Het is dus een soort schokdraad. Als de mens die gave ontwikkelt, dan komt de mens tot de tweede gave, de gave van de gevoeligheid voor ingewikkeldheden, waarin de mens dus overzichten krijgt, als landkaarten, en waarin kennis opgeslagen kan worden. Zo werkt het eigenlijk een beetje. Eerst moet de mens de grenzen leren, en dan is het veilig genoeg om tot de hogere ingewikkeldheden te komen, en daar gevoelig voor te worden. De mens wordt dus zo tot een soort hemelse computer. Het is dus een pad van de gaven. Doordat het jongetje de grenzen leerde ontstond dit pad er, en zo wordt de mens dus over dat pad, wat ontstaat binnen de grenzen, veilig geleid door het leven. Het blaf feest ligt dus verborgen onder het kerstfeest. De mens moet weer kind worden en komen tot de verkeersregels, tot de verkeersvoorlichting. Dat is een spel van grenzen, niet alleen in ruimte, maar ook in tijd, ook in bezigheden, in bezit, enzovoorts enzovoorts. Op alles moet deze gave toegepast worden. Om ons heen zijn tekenen om dit te leren. Daarvoor mag de mens gevoelig worden. Grensgevoeligheid is een belangrijk zintuig en fundamenteel om van het leven het beste te maken. Pas dan is de mens dus veilig genoeg om zich te wagen aan de hogere ingewikkeldheden, en zal de mens gevoeligheid hiertoe ontwikkelen, het belangrijke tweede zintuig, de tweede gave. Hierin kan zich dan doel-gevoeligheid ontwikkelen, zodat de mens meer en meer de doelen onder ogen kan komen om daar op gericht te zijn, het derde zintuig of derde gave. Zo onstaat hierdoor een vierde zintuig : volgorde-gevoeligheid, zodat de mens niet meer voortdurend de volgordes van het leven omdraait, en zo niet meer bedrogen wordt. Er zijn dus vier zintuigen, vier gaven : 1. grens-gevoeligheid 2. ingewikkeldheids-gevoeligheid 3. doel-gevoeligheid 4. volgorde-gevoeligheid Waarom is dit zo belangrijk ? De kerken hebben alles omgedraaid, en zijn niet gevoelig voor de volgordes en de voorwaardes, allemaal vanwege hun materialisme en eerzucht, hun verkoopzucht. En dat komt omdat het fokkerijen zijn. De schapen vallen voortdurend ten prooi aan de wolven. Daar leven ze van. Ze zijn niet strategisch. Ze gooien alles door elkaar, zoals wanneer hun kinderen door de vijand worden afgemaakt vallen ze de vijand niet aan, maar gaan de vijand bij voorbaat al lopen vergeven, en dan staan ze erbij en kijken ze ernaar, als de NSB ! Ze weten niet eens wat vergeving is, laat staan geestelijke oorlogsvoering. Als je kinderen voor je ogen gemarteld worden dan is vergeving van de vijand wel het laatste wat je als ware ouder zou doen. En dan hebben ze jarenlang de geestelijke gaven lopen afwijzen en het bestaan van demonen. Nooit nemen ze hun

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication