144

Het leger van zelfmoordenaars, met Jezus, de moordenaar als hun leider. Wat doen ze ? Waar zijn ze mee bezig ? Ze verliezen zichzelf, tellen zichzelf niet. Ze haten zichzelf, ze worden moordenaars. Het leger van zelfmoordenaars, omdat het zondige 'ik' uitgeroeid moet worden. Ze laten geen splinter van de oude natuur heel, ze zijn genadeloos voor het vlees. Ze worden opgeleid tot moordenaars, door de grote moordenaar, Jezus, door de grote vleesmoordenaar, de slager van het paradijs, door de Grote Vader. Het leger van zelfmoordenaars, omdat er bescherming moet zijn, omdat er veiligheid moet zijn. De duisternis wordt vermoord, vermoord door het licht. We kunnen er niets aan doen. Als het licht aangaat, is er geen duisternis meer. Het licht grijpt de dood en brengt hem naar het kerkhof. Het licht grijpt het kerkhof en laat het verdwijnen. Zo is het licht, zo is het leven. Zo is het paradijs van God. De dieren staan op en omsingelen de slang, bedreigen de boom der kennis van goed en kwaad, de valse vruchten worden bespuwd en vertrapt. Weg met de slang, weg met de valse vrucht. Weg met de valse zelfmoord, weg met de valse moord. We richten de moordlust op het kwaad, niet meer op het licht. We richten onze woede op de valse dierenwereld, niet meer op de dieren van God. We slachten het lam niet meer, maar we slachten het beest. We slachten de duif niet meer, we slachten de draak. Het beest en de draak in onszelf, we vermoorden het, het ik-beest en de ik-draak. We worden zelfmoordenaars, we doen het licht aan en de duisternis uit. Het leger van zelfmoordenaars, op weg naar het kruis, waar het beest en de draak hun nederlaag lijden, waar het licht is aangegaan. Een staatsgreep vindt plaats, een kroonwisseling. Het licht heeft overwonnen, heeft de duisternis van zich afgeschud. De graankorrel heeft de donkere grond opgezocht, is de dood binnengetreden. Nu staat er een boom. Een boom van het licht. De dieren nestelen zich erin, eten van z'n vruchten en worden genezen door z'n bladeren. Ja, voelen zich er veilig en weten zich geborgen en geliefd. De boom des levens, omdat de graankorrel een zelfmoordenaar wilde zijn, omdat het zaadje z,n leven weggaf. Het licht heeft de duisternis gehaat, anders zou er geen licht meer zijn. Kijken we nu naar de kerk, komen we daar binnen, wie staat er vooraan ? Een moordenaar, ja, maar wat voor een moordenaar, hij heeft het licht vermoord, de Duif vertrapt, ja gekruisigd. Een andere duif vliegt er nu, dus het valt niet echt op. Voor de één een ander. Ik hoor gesnik, m'n voeten worden nat. Ik hoor gehuil. Sommigen hebben in de ogen van die nieuwe duif gekeken, en zagen zichzelf, zagen de draak. De draak verkleed als duif. Nu huilen ze, smeken ze, schreuwen ze om hulp. Het leger van zelfmoordenaars. Er wordt veel gesolliciteerd. Er wordt veel geklopt op de deuren

145 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication