16

Arm, arm jongetje, hij was zo dichtbij gekomen, maar nu eeuwig verwond door een heks. Voelen wij ons ook niet zo soms, alsof we door iets voor eeuwig verwond zijn geraakt, alsof we er maar niet van kunnen genezen ? Dan mogen we terugdenken aan het versteende jongetje. Hij was al zo dichtbij, en toen leek alles uit zijn vingers weg te glippen. Voor velen zal het zo herkenbaar zijn. Hij moest weer een hogere dood sterven. De heilige dood kwam tot hem. Het was een eeuwige dood die hij ditmaal moest sterven, eeuwig afsterven aan het materialisme, de vraatzucht, en alle leugens en bedrog wat daarbij komt kijken. Alleen zo zou hij de eeuwige rust kunnen binnengaan. Hij kon zich niet bewegen, en hij stond daar als bevroren. Ook de heks was bevroren, versteend, want ze betaalde immers een hoge prijs om dit het jongetje aan te doen. Overal begon het te sneeuwen en het werd winter. Het standbeeld van het jongetje kwam helemaal onder de sneeuw. En hij moest wachten totdat het lente werd. Toen begon hij weer te ontdooien, en kon hij zich weer langzaam bewegen. Maar de heks ontdooide niet. De heks was nog steeds van steen. Heel voorzichtig is hij toen langs de heks heengegaan, door de opening van de grot waar de eeuwige rust was. Hij viel daar in een diepe slaap. De heilige dood en het pad van de geestelijke gaven had hem geleid tot de eeuwige dood, en zo kon hij uiteindelijk de eeuwige rust binnen gaan, en zo werd hij het dromende jongetje. Hoofdstuk 7. leven in het vlees of in variatie ? De luie, vraatzuchtige mens denkt heel makkelijk over de gnosis, over de kennis. Hij wil alsmaar meer kennis, zonder deze kennis daadwerkelijk te beveiligen. Hij wil dus ook het pakpapier om de kennis niet, en verdere beveiligingsdozen. Hij wil niet puzzelen, maar het kant-en-klaar hebben, recht voor z'n raap. Dikke boeken houdt hij daarom niet van. Het moet kort en simpel blijven. Verhalen houdt hij ook niet van, want dat is volgens hem niet to-the-point. De mens moet eindeloos variëren met bestaande kennis om het uit te werken, te verdiepen, te beschermen, opdat de mens verder kan. Alle bestaande kennis moet daarom wel gewikkeld worden in verhalen, omhuld worden, anders gaan de parasieten de blote kennis aanvreten. De mens moet weer zorgdragen voor de kennis, zoals bijen dat doen in hun korven met dat wat ze van de bloemen hebben genomen. Het wordt uitvoerig bewerkt, uitvoerig gevarieerd. Daarom is variatiegevoeligheid zo'n belangrijk zintuig. Er moeten dus een heleboel vormen komen van hetzelfde. Ongevarieerdheid is een zwakheid. De mens moet leren variëren, ook in hetzelfde, en daarom is herhaling belangrijk, telkens net op een andere manier. Zo komt de mens los. Zo wordt de mens en de kennis beveiligd. Telkens komen er laagjes overheen. Is de mens open voor deze natuur laagjes ? De mens moet werken met de kennis : spinnen en weven, zoals de hommels en de bijen, ijverig zijn als mieren. De mens kan dus veel leren van de insecten wereld. De mens is ingedut en wil alles vlak

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication