175

een atoombom. Ze hebben het al in de hand en lopen er overal mee rond, en het tikt. Dat wat achter het avondmaal steekt, stelt Vermeer, is 'versterking van het geestelijke leven. O, wat zou dat Gods volk sterk en sierlijk maken.' Het gaat om de gnosis die erachter ligt. Wij moeten er door opgenomen worden, en zo komt het telkens terug. Het is de donder en bliksem die we zo nu en dan in de natuur zien, al dan niet gepaard met veel regen. Vermeer stelt dat wij ontdekkers behoren te zijn, en dat we daarin de ongeestelijkheid van de kerk onder ogen moeten komen. Juist daarin valt zoveel te ontdekken, omdat ze zoveel versluierd hebben, achtergehouden hebben. Vermeer stelt dat dit bepaalde kloppingen zijn van de natuur die wij moeten volgen, kloppingen van de geestelijke natuur die erachter liggen. Wij behoren deze kloppingen te koesteren en aan te kweken. Vermeer stelde dat Jezus daarom moest weggaan om zo de Geest (oftewel de gnosis, de hogere informatie) te zenden. Het gaat niet om Jezus. Jezus wijst ergens naartoe. Als een mens Jezus volgt wil dat ook zeggen dat Jezus zelf iets volgt, en dat is in zijn eigen woorden de gnosis. Jezus is niets in zichzelf. Vermeer stelt : 'En ook om er naar te staan veel medelijden te oefenen met onbekeerden en paapsgezinden. Om niet hard van hart te zijn als men hen het brood der kinderen ziet roven. En ook niet tegen het pausdom. Die arme mensen zijn er ongelukkig genoeg aan toe. God heeft hen vast overgegeven aan een kracht der dwaling, om de leugen te geloven (2 Thess. 2:11). En menigeen onder de zogenaamde gereformeerden heeft die leugen ook in zijn rechterhand en gaat daarmede ten Avondmaal. Hij is als die hoer (Ezech. 16:32), die in plaats van haar man de vreemde aanneemt.' Aan het einde van zijn commentaar op zondag 29 stelt hij : 'Ook is de weg om daartoe te komen tenslotte ook veel te zuchten om de verbreking van de antichrist (anti-gnosis, anti-kruis). Dat zijn zinken mocht worden verhaast. En dat in die weg van zijn laatste val die belofte vervuld mocht worden.' Hoofdstuk 26. zondag 30 : mag jij door tot de volgende ronde ? heb je je huiswerk gedaan ? Zondag 30 spreekt over het avondmaal wat in diepte beveiliging betekent, als onderdeel van de immunologie. Je ziet dan een plaatje in de kerk, een kamer, waarin er een broodmaaltijd wordt gehouden, met Jezus en zijn discipelen, maar wat betekent het, of wat wordt er hierdoor achtergehouden ? Er is veel over gespeculeerd en er zijn veel verhalen over de ronde gegaan over geheime codes en tekenen in dit specifieke plaatje en verhaal. De mens komt in een kamer met een tafel met daarop een broodschaal, en er zijn vier deuren, vier opnames : de studie-opname, de werkopname, de lijdens-opname en de strijdens-opname. Dit zijn de geestelijke gaven. Er is dus in die kamer iets aan te nemen, niet dat je het bloed van Jezus gaat drinken. Je moet iets ontvangen, open staan voor iets, niet dat je het vlees van Jezus gaat eten, dus wat is precies dan de afleiding ? Juist dat, en dat is ook de test. Maar dit moet dus ambtshalve verdiept worden, want het is te diep ingebakken al. Daartoe zijn de zondagen, de natuurvrouwen. Laten we beseffen dat we het over het

176 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication