182

'Maar hoe moet dan zulk een predikant zijn? Eerst. Hij moet een goede kennis hebben in het Woord. Sommigen hebben geen kennis, veel minder hebben zij verstand, om zielen te behandelen, of gevallen van 't gemoed op te lossen, zij moeten machtig in de Schriften zijn. (…) Hij moet donderende van stem zijn, bliksemende van bestraffing en wandel. Hij moet oprecht en Godvruchtig zijn.' Liefde is een strijder tegen onrecht. Als een geestelijke niet strijd tegen onrecht, en de misdadiger al bij voorbaat vergeeft om zijn kinderen te laten mollen als vrijkaartje, dan is het geen geestelijke. Walgelijk is het als men zo hoog spreekt van liefde en vergeving met een aardappel in de keel, en weent als een mens iets overkomt, maar daarbij geen traan laat om het leed in de holocaust van de dieren, en zo deze pseudo-liefde geen plaats heeft voor dierenliefde. Walgelijk is het. Ze horen op het nieuws dat er een gezin is verongelukt en zijn in tranen en gaan er helemaal in op, maar ze realiseren niet dat dieren aan de lopende band opzettelijk verongelukt worden in de holocaust. Voortdurend worden hele dierenfamilies uitgeroeid om geofferd te worden aan de buiken van dit soort mensen met een walgelijke, godslasterlijke pseudo-liefde. Wat een bedrog. En maar janken als een dierbaar mens iets overkomt, maar ze sluiten hun ogen en harten voor het dierenleed. Wat ben je dan ? Waarom leef je dan ? Dan ben je gewoon een parasiet die een pseudo-realiteit heeft gemaakt. Alles draait om deze parasieten en hun monumenten, alles. Het is allemaal heel egoïstisch. Het is slechts een bacterie. Het is geen echt leven. Waar leef je dan voor ? Vreten, slapen, poepen. Als een varken niet vreet, dan slaapt hij. Smijtegeld stelt : 'Er is overvloed van stof in elke Zondag, die er in deze stad en gemeente gepredikt wordt. Dan nemen zij teksten, en zij prediken dan hier en dan daar tegen. Daar komen uitverkorenen onder, God zegent het Woord, hun hart wordt geraakt, zij willen tot de Heere overgaan. Dan komt zulk een predikant en die richt er zijn predicatienaar, naar de gestalte en de staat van deze mens; en daar begint er een heilige groei te komen, onder Gods zegen.' Het is een figuurlijke taal die we gebruiken, geen letterlijkheid, maar we gebruiken beelden om te laten zien hoe de gnosis werkt. Dat is een technologie. Een geestelijke is dus eigenlijk een technoloog. Er zijn veel regels aan het dogma verbonden. De mens heeft deze tussenlaag nodig. We kunnen niet zomaar wiskundig gaan lopen praten zonder beelden te gebruiken, want dan snapt niemand het nog. Het is een communicatie middel. Denkt u eens in hoe een geestelijke, een opgenomene, met de gnosis communiceert. Dat gaat op een hele andere manier, in veel hogere talen. De mens moet zichzelf begrijpbaar maken zonder paarlen voor de zwijnen te werpen. Hierin moet er dus een middenweg zijn. Een geestelijke mag nooit geheel zijn ziel en zalighied uitstorten en te grabbel gooien, om zo een wilde weldoener te worden. Er zijn regels aan het dogma. Je kunt niet openen zonder te sluiten. Dat is waar zondag 31 over gaat. Zij kwam om de mens geestelijke woningen te geven, als een hemelse woningbouw. Wij komen in deze woningen als wij de woningen van het vlees achterlaten. Na de opname komt er dus hemelse huisvesting. Ursinus noemt zondag 31 de leer van de sleutelmacht, als zijnde een geestelijke concierge. Hij noemt het ook het ambt van de huishouding. Zondag 31 is dus een hemelse huisvrouw, zoals Parvati dat is in de Indische theologie. Ursinus zegt hierover : 'Deze macht of dit ambt der Gemeente wordt aangeduid door de woorden binden, ontbinden, opendoen en toesluiten, omdat ze krachtig en bondig is. Want ze geschiedt door het Woord van God.' Mensen die dus de sleutels verkopen hebben deze geestelijke macht niet. De ware geestelijke rechterlijke macht is dus van de geestelijken, omdat het tot de demonologie behoort. Dit wordt ook wel het kerkelijk recht of de kerkelijke tucht genoemd, en dit is dus

183 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication