20

gevoeligheid voor variatie belangrijk. Om je heen klot alles samen en wordt ongelovelijk koud. Ga daarom naar binnen tot de warmte van variatie. Verwacht het niet van mensen. Mensen kunnen zo ineens verkillen en alles gaan afrafelen, zodat ze niet eens meer zien wie je echt bent. Ze trekken je omhoog op hun lange torens, maar als je er dan bijna bent laten ze je vallen. Het is een truuk. Verwacht het niet van mensen. Ze kunnen heel lang met je meegaan, en dan ineens is het afgelopen omdat ze te lui zijn om je te begrijpen. Altijd loop je weer op eieren. Ze zijn te lui om navraag te doen of je om uitleg te vragen, en dan zelf hun verhalen over je verzinnen en toeteren alles door. En mensen zijn goedgelovig. Als ze zonder enig bewijs geloven wat hun ouders hen met de paplepel hebben ingegoten, zelfs op late leeftijd, dan zullen ze ook datgene geloven wat anderen over jou vertellen. Variatie is adem. Variatie is leven. Halal Het Hebreeuws bestond oorspronkelijk alleen uit medeklinkers, en de klinkers zijn er later bijverzonnen, dus vandaar dat de klinkers net zo goed anders kunnen zijn, en wat soms gewoonweg ook veel meer duidelijkheid geeft. Er was altijd al verschil vanwege verschillende dialecten en transliteraties. Als we het hebben over Sarah of Suri en Abraham, dan komen we ook bij Egypte uit, en bij de voortijd. En dat moet ook wel, want Egyptisch is de moedertaal van het Hebreeuws. Veel Hebreeuwse oorsprongen liggen in Egypte verborgen. Sa-rah is de gids (sa) van Ra door de onderwereld. In de voortijdse theologie gaf Suri een besmeurde, met bloed bevlekte lendendoek aan Abraham om zijn naaktheid mee te bedekken. De mens kan volle openbaring niet aan, en daarom is er het met bloed bevlekte voorhangsel. Hosea komt van het Hebreeuwse woord os, sterkte, alertheid, s, wat ook weer terugwijst op de sa gids van Ra in de dodenwereld, dus ook op sarah, op Suri. De godin Suri is dus verscholen achter het boek H-os-ea wat haar voorhangsel is. Calvijn noemt Hosea een voorbeeld van geduld. Soms kunnen we van de vrouwelijke Hosea, oftewel sa, sa-rah, Suri uitgaan, en soms van de mannelijke Hosea. Calvijn stelt in zijn commentaar op het boek Hosea dat Hosea het volk met de toekomstige wraak had gedreigd, want Israel was zichzelf te buiten gegaan aan rijkdom en macht, onder Jerobeam. Voorspoed had het land totaal dronken gemaakt, en daarom trad Hosea er tegen op. Het volk werd door God verworpen. De boog van Israel zou verbroken worden. De voortijdse godin Suri bestaat uit de voortijdse letters S, de Aso, de proza, een vrouw met een kind aan haar borst in de rivier, en R, de Oru, het kruis, een breedheupige natuurvrouw. Deze letters afzonderlijk zijn ook godinnen, natuurvrouwen, natuurprincipes. Juda, het tweestammenrijk, is de fallus van Israel, het tienstammenrijk, in de Hebreeuwse wortel (yad). Calvijn stelt terecht dat Juda de machteloze was, hebbende anderhalve stam, in zijn commentaar op het boek Hosea. Ze waren geplunderd door Israel. Er was zwaar onheil gekomen, en daarom waren ze verzwakt. Juda was tot grote armoede gebracht, tot honger, waarvan Juda ook een beeld is : de honger, de fallus. Israel minachtte Juda. Juda was niet groot in aantal en niet sterk. Daarom zou God zich over Juda ontfermen. Calvijn spreekt dan over dat de Heere het volk zal ontbloten als een grote ontmaskering. Dit is dus weer iets wat Suri doet. De Heere zal hun feesten doen ophouden, en ze zullen niet door drogredenen de kastijding kunnen tegenhouden. Ze zullen niet van de Heere kunnen ontsnappen, stelt Calvijn, sprekende over het tweede hoofdstuk van Hosea. Calvijn stelt dat zij zo tot de honger

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication