22

Denemarken, het land van Kierkegaard die diep bezig was met de Sarahitische theologie, oftewel met Suri (het Suriitische). Wikki bewaakt de poorten tot de voortijden en het voortijdse alfabet. Het is een vals adoptie systeem, kinder roof en kinder offering. De kinderen worden met giftige moedermelk vergiftigd, zwarte melk. Die adoptie systemen of ontvoerings systemen werken door allerlei soorten instanties : school, medische bedrijven, kerken, families enz. Ze willen het kruis niet om tot de waarheid te komen, maar de dronkenschap om tot de leugen te komen, om zo anderen ook in dat systeem in te wijden, zodat ze geen last van hen hebben. Het is dus oorlogs strategie. Het is de narcose en hypnose van de vijand. De beste aanval is altijd de heimelijke infiltratie, zodat ze van binnenuit alles omver kunnen werpen. Hoofdstuk 9. de voortijdse wortels van het boek Jozua Jozua heette eerst Hosea, maar Mozes noemde hem later Jozua. Het heeft in de voortijd de asogodin als wortel. Aso is de naam van de voortijdse letter S. Zoals Jozua het volk leidde, leidde de godin of natuurvrouw Aso ook het volk, wat in Egypte tot sa werd, de gids van Ra door de onderwereld. Calvijn stelt dat Jozua de overwinning niet kreeg door eigen kracht, niet door de boog, want dan zou de mens al snel door hoogmoed worden verblind. Het kwam van boven, zoals psalm 44 ook stelt, en deze verhalen moeten allemaal symbolisch genomen worden, omdat het over de geestelijke strijd gaat : 4 Want niet met hun mes hebben zij het land verworven, niet hun arm heeft hen gered, maar uw rechterhand en uw arm en het licht van uw aanschijn, omdat Gij in hen een welbehagen hadt. 7 Want niet op mijn boog vertrouw ik, en mijn mes verlost mij niet. We doen het dus niet door het vleselijke, maar door het geestelijke. Niet door het lagere, maar door het hogere. Het is iets moederlijks. Het leidt terug tot de voortijdse bronnen van de natuur. De stad kan het niet doen, maar de natuur. Calvijn noemt in het commentaar op het boek Jozua de eigen wil en de verkeerde omgang waardoor de mens besmet wordt het vleselijke. Calvijn stelt terecht dat als de westerse vertalingen spreken : wees sterk, dat deze sterkte oprechte ijver betekent, en een volhardende gehoorzaamheid aan het hogere. Als we dit niet hebben, dan kunnen we niks van God afdwingen. En deze gehoorzaamheid betekent volgens Calvijn niet afwijken ter rechterhand, en ook niet ter linkerhand, dus de grenzen in achtnemen, zoals dat ook in Jozua 23:6 en Deut. 5:32 wordt gesteld. Dit is dus volgens Calvijn niet voor huichelaars en lichtvaardigen. Het gaat dus om de gave van grens-gevoeligheid ontwikkelen, anders werk je voor niks, buiten de grenzen. De ijver moet dus gericht zijn, in het geestelijke, niet dat je als een materialist als een dwaas heen en weer gaat rennen. Er moet contact komen met het diepere geestelijke, waar de mens zich op mag richten, op de binnenwereld. Zowel de bijbel als Calvijn moeten we symbolisch nemen bij het lezen. Calvijn stelt

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication