293

twee dochters, studie en werk. Deze golems moeten vallen en hun gedachtenpatronen hebben geen natuurgrond en natuurwortels en zullen als torens omver geblazen worden, waar ook het boek Zefanja over gaat. Het zijn voornamelijk spelletjes die de rijken spelen. Zij hebben deze rijkdom gestolen, dus het is allemaal het goud van de dwazen, en het ligt overal om de mens heen voor het oprapen. Zijn we klaar voor het hemelse virus ? Hebben we er een relatie mee ? We hebben het nodig om te kunnen ontkomen aan de vlees parasiet. De vlees parasiet brengt allemaal z'n eigen virussen voort, en vreet zichzelf tot een oordeel, waardoor het allemaal instort op een zeker ogenblik, en het trekt zovelen mee in z'n val, waar ook het boek Zefanja over gaat. Maar dan wordt er ook gesproken over een nieuwe taal en tong die zal komen, over een heilig overblijfsel van opgenomenen. De mens moet bidden om het hemelse virus en zich ernstig uitstrekken naar het hemelse virus en niet tekort schieten in het hongeren, om aan de val van de goddelozen te kunnen ontkomen. De germaanse gongslagers, golems, zijn waggelende dronkaarden en hun val zal zeker komen. Val niet met hen mee. Bewerk je behoudenis in vreze en beven. Bewerk je behoudenis in het hongeren en het streven naar het hemelse virus. Mis het niet. Dit is een ernstige boodschap. De boze sleurt velen mee in allerlei onzinnigheid. Het parasitaire is subtiel en sluw en heeft een heel arsenaal aan pseudo-bewustzijn gebouwd, maar na de trip zal de illusie doven en zal men met een kater het verderf tegemoetgaan, de vergetelheid, tot de conclusie komende dat ze op wind hebben gebouwd en dat hun leven geen waarde heeft gehad, maar slechts parasitair was, een leugen. Wat we om ons heen zien zijn slechts de stuiptrekkingen hiervan. Het einde en de voleinding is al dichterbij dan de mens denkt en is in wezen al gebeurd. Je kan de geschiedenisregisters er op open trekken. Dit wat we nu zien is slechts illusie, stuiptrekking. Het is al geschiedt. Maar dat de voleinding een heilsfeit is moet ook tot ervaringsfeit worden. De mens moet de voleinding leren begrijpen en verstaan. Het is te vinden in het hemels virus. De voleinding is niet een tijdperk in de toekomst. Het is er altijd al geweest. Het is om ons heen. Het is al gebeurd. Het is een leer. Voor de Israelieten was de babylonische ballingschap de voleinding waar alle profetieën naar toewezen, en ook het boek Openbaring komt allemaal uit het OT. Zefanja was de laatste profeet voor de babylonische ballingschap. Het was een zeventigjarige ballingschap. Ook Jeremia profeteerde erover en ging door dit tijdperk heen, en sprak dat de mens het moest aanvaarden, als een opname. De Israelieten waren inmiddels in het beloofde land gekomen, maar ze waren er nog niet. De voleinding moest nog komen. Voor anderen zou deze ballingschap tot verderf zijn. Het vleselijke zou gescheiden worden van het geestelijke. Dat Babylon, de leeuw, werd tot een rund in het boek Daniel, betekent dat de oorlog werd tot geestelijk werk, tot ambacht, oftewel het omsmeden van de wapens tot ploegscharen. Dit gaat over de balans tussen geestelijke oorlogsvoering en geestelijk werk. Men kan niet alleen maar leeuw zijn, en men kan ook niet alleen maar rund zijn. Daarom was de leeuw verbonden aan het rund. De babylonische ballingschap zou doorlopen tot de terugkeer in Ezra-Nehemia. Babylon omsingelde de steden van Juda en belegerde het door honger. Zo kon Babylon het volk innemen. Dit was ook wat Zefanja had geprofeteerd. Het volk zal in ballingschap gaan, met ketenen om hun nek. Ook Jeremia had ervan geprofeteerd. Ook Egypte werd verslagen. Babylon werd ook een beeld van de zg. diaspora, oftewel de scheuring en verstrooiing van Israel, wat ook behoort tot de voleinding en wat wijst op de scheiding tussen het vleselijke en het geestelijke.

294 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication