299

boodschap is als het dragen van het kruis, maar het gaat hier om de voleinding. De grote verdrukking was op het volk Israel gekomen. De valse balanzen van de valse grote tenen moeten verbroken worden, opdat de mens nieuwe balanzen kan vinden, tussen studie en werk, tussen studie en oorlog, tussen werk en oorlog. De mens moet dus ook leren aanvaarden, wat ook de boodschap van Jeremia was, maar niet in passieve zin. Het is een onderdeel van iets groters, van een cyclus. De mens moest klaarkomen met het geheim van de babylonische ballingschap. Families leven allemaal in ballingschap tot elkaar, en dat loopt via de grote tenen golems en de opgebakken tanden die dit representeren, als de grote tenen die zich in de tempel zetten, het lichaam, als valse zekerheden, valse zelfovertuiging, vals zelfvertrouwen en ook vals vertrouwen in anderen en de familie. Het hemelse virus, de hogere, hemelse babylonische ballingschap, die Jeremia zag, zal deze banden verbreken, en deze grote tenen zullen verwoest worden, afgekapt. Als een kind zo bewerkt is door zulke golems in de mond, door deze germaanse golems die zo nageslacht maken, dan is zo'n kind slachtoffer en moet er het juiste tijdstip gevonden worden om het te laten verwijderen. Een heleboel golems werken er niet aan mee, want die zijn aangesteld om dit golem-geslacht te waarborgen. Er zal dus een strategisch-profetisch pad opgegaan moeten worden in territoriale oorlogsvoering om hier aan te ontkomen, om hiervan los te komen. Allereerst gaat het erom het juk te aanvaarden, en dan verder kijken. Er is een weg door deze tempel. Er moet een weg zijn door deze tempel. Het is dus gewoon een germaanse tempel die gechristent is en zo gedeformeerd en geconformeerd werd, maar de mens mag terugkeren tot de regressie, tot de diepere fundamenten, in Israel en de babylonische ballingschap. De golems zijn in de mond geinstalleerd als alarms, denk alarms, opdat het kind geen bedreiging kan vormen. maar in hun wereld is het gewoon een natuurlijk proces, want de grote tenen baren deze monden golems. Deze kinderen dragen dus deze golems die op hen parasiteren en hen in de gaten houden. hoofdstuk 6. karl en het valse wereldrijk van romantiek God bestaat niet. Familie bestaat niet. Er zijn veel diepere natuurprocessen. Leven. Dit zijn bloedschakels. God en familie zijn uitvindingen van de mensen, maar het zijn metaforen. Oneindig veel leed brengt het als je er letterlijk in gaat geloven, en dan loopt het al snel genoeg uit de hand en gaat het een eigen leven leiden. Er is leven in Orion. Er is een bloedplaneet in Orion, genaamd Bloed Orion. Het wekt het leven weer op, en het leven is een gevecht en een test. Zonder dat blijft er niets over. Daarom vonden tegengestelde krachten flutromannetjes uit, om dit te doven. Kan je contact maken met je eigen bloed, of is je familie je bloed ? Anarchie en atheïsme zijn van wezenlijk belang in de strijd tegen de krachten die ons bedreigen. En dit is iets van het bloed. Of je vecht voor je eigen identiteit of je wordt opgezogen door de massa. Anarchie is een wezenlijk bestanddeel voor leven, en zo ook atheïsme. Hierin vindt je het Bloed Orion. Je moet komen tot je eigen bloed identiteit. De flutromannetjes zijn projecties, en het zijn de onzichtbare muren van de stad, tussen jou en de wildernis in. Deze muren gaan dwars door je hart heen. De bloedkennis maakt weer een eigen zelf. Je kan niet slechts een kanaal zijn, maar moet het zelf ook worden. Iemand die alleen maar een kanaal is heeft geen substantie, en is afhankelijk. Het

300 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication