308

hun neus lang is, dus maar lange neuzen kweken en dan is het leven nog goed, lekker de neusgaten uitrekken. Dat is toch wel iets om naar uit te kijken, al die lange neuzen, en dan maar neuzen staren. Ze hebben overal een lange neus voor als het aankomt op het vleselijke, maar het geestelijke ? Dan trekken ze hun neuzen en ogen op. Het orionse bloedvirus is dus een oorlogsvirus wat nodig is om de onverschillig gapende menigtes te overstijgen. Iedereen moet daar doorheen. Dat is de test. Het oorlogsvirus komt om de coderingen van deze menigtes die de clinicratie hebben opgezet af te breken. Het virus kan het dan allemaal opslurpen en verwerken. Dit is dus een geestelijke oorlog tegen de coderingen van het vlees. Het vlees moet dus weer totaal vergeestelijkt worden. Het moet wijder gemaakt worden, en er moet gezien worden wat het gestolen heeft, dus we ontkomen er niet aan. Je kan net zo goed een flutromannetje pakken en zeggen : 'Dit is de bijbel', omdat er zoveel inzit. Zoals ik zelf eens in een flutromannetje las : 'zelfs slangen hebben een bepaalde schoonheid.' Wij kunnen dus ook niet teveel smetvrees ontwikkelen naar flutromans. Het is en blijft literatuur en er is een werk te doen. Er moeten commentaren opkomen, er moet exegetisch mee omgegaan worden. De flutroman is namelijk de bijbel van de hedendaagse 'gewone vrouw'. Het is en blijft daarom een interessant onderwerp : de flutroman. Je kunt het kind niet met het badwater weggooien. Als Paulus het heeft over de doorn in het vlees en aan het ontvangen van de kroon en de besnijdenis om los te komen van het vleselijke, dan hebben we het over de doornenkroon, oftewel het lijden van mindcontrol. Dit is dus de besnijdenis van het hoofd, waarvan ook Roodkapje een beeld is, wat helemaal terugwijst op de volva, de oergermaanse waarzegsters, ook verbonden aan de vulva of vagina, en wat ook de diepere betekenis van de vagina is, namelijk dat het de mens besnijdt, opdat de mens het vleselijke kan loslaten. Deze onderwerpen komen terug in het boek Filippenzen. De flutroman : het is parelduik gebied. Ik werd vanochtend wakker terwijl ik aan de rand van de wildernis lag in een droom die wegvaagde, en natuurvrouwen riepen vanuit de wildernis tot mij dat ze waren opgesloten in de flutromans. De flutroman : het is als naar een vuilnisbelt gaan om te kijken wat ze wel niet allemaal voor waardevolle spullen hier en daar hebben weggegooid. Ik had vannacht een droom over vroeger, dat ik iets at, maar er bleef wat in mijn keel steken, iets hards, en toen ik het eruit haalde bleek het een kettinkje te zijn. Vroeger las ik ze zo nu en dan, de flutroman, want als ik logeerde bij familie lag het er vaak rondgeslingerd. Ik werd erdoor vergiftigd, maar het had ook een bepaalde magie, iets wat er in opgesloten zat. Vooral de oudere flutromans zijn in dit opzicht dus belangrijk, omdat het de basis legde, en het waren buitenaardse coderingen. Die boekjes werden overal vandaan gehaald en dan vertaald, dus het was niet alleen maar één pot nat. Ook de grote moeder werkt er doorheen, om haar kinderen te bereiken. Het is daarom zeker geen zwart-wit onderwerp. We moeten dus op een bepaalde manier ook weer heel klinisch met de flutroman omgaan, dus voorzichtig, steriel, en dan kijken wat er in opgeborgen ligt, als parelduikers. Net zoals met de bijbel, de flutroman van oudere tijdperken, moeten we dus ook met de flutroman van eind zestiger, zeventiger en tachtiger jaren exegetisch omgaan. Hier ligt het fundament van de hedendaagse samenleving. Telkens weer roepen de oudere jaren tot mij, zoals 1979. Er ligt daar wat verborgen. We gaan ze daarom bespreken. Er ligt een vrouwenbijbel en amazone bijbel in verborgen, allemaal buitenaardse codes. We kunnen dat niet zomaar negeren. De schrijfsters en hun lezers : zij waren onze moeders, schooljuffrouws, buurvrouwen, tantes, enzovoorts. Goede mensen, slechte mensen, wijze mensen, domme mensen, opgesloten mensen, mensen met hun eigen levens, hun eigen verhalen en hun eigen problemen. Wat hebben wij met de erfenis en het overgedragene gedaan ? Als flutroman schrijfsters aangeven dat ze moeten schrijven wat hun lezers willen omdat het anders niet verkoopt en ze daarom hun werk ook deels haten is dat al detective terrein. Dan is het dus tijd voor exegese als ze zich opgesloten voelen en het maar niet weg lijkt te gaan. Wat willen lezers dan,

309 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication