336

vedische tijdperk van Agni. Mozes is degene die de ijzeren knots had, de staf die in een slang veranderde, om de volkeren te slaan, en zijn volk nieuw land te geven. Mozes was een nog oudere messias dan de psalmist van de israelitische psalmen die naar Mozes terugwees en zo ook naar Agni. Dan staat er : 10 Nu dan, gij koningen, weest verstandig, laat u gezeggen, gij richters der aarde. 11 Dient de Here met vreze en verheugt u met beving. 12 Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Ook dit gaat over Mozes en Agni, de oudere messiassen. Zij hadden dus beiden twee moeders, staande voor de wedergeboorte en de wederopvoeding, waarvan de oorlog een beeld is. Psalm 2 is zowel een geboorte psalm van Mozes als van Agni, want ook de indische psalm 2 in boek 5 van de Rig Veda, gaat over Agni's geboorte. Zijn jonge moeder houdt hem verborgen, ook voor de patriarchie, de vader. Zij is een dienstmaagd, terwijl een koningin hem leven heeft gegeven, geboorte. Een soortgelijke situatie was ook met Mozes, die verborgen werd, en ging tussen een israelitische dienstmaagd en een egyptische prinses. De moeder moet hem verborgen houden in symbolische duisternis, als door een donkere huid. En hij moest de banden van het volk vrijmaken, zowel in de indische psalm 2 als de israelitische psalm 2. Psalm 2 van de tweede les van de eerste kanda van de yajur veda laat ook zien dat het om de strijd tegen het vlees gaat, tegen het zelf, waarvoor de mens boete moet doen, zich moet toewijden en laten inwijden om dit te overstijgen. De mens moet zich dus afzonderen, en beseffen dat het allereerst om zelf-offering gaat. De boom staat nu, stelt de indische psalm 2, maar moet nu volharden tot de voleinding van de offering. In de vierde kanda, in de eerste les, in psalm 2 wordt Agni ook de vernietiger van dat wat gebroken zal worden genoemd, wat ook voorkomt in de israelitische psalm 2 : 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. Dan wordt er in de indische psalm 2 gezegd dat Agni voortkomt vanuit het water, vanuit de steen, vanuit de wildernis, vanuit de planten. Dit wordt de pure geboorte genoemd. De tweede psalm van boek 3 van de atharva veda zegt : 'Dat leger van onze vijanden, o Maruts, dat tegen ons komt met zijn macht, betoogend— Ontmoet u en sla het met ongewenste duisternis zodat er niet één is van hen die een ander kent.' De tweede psalm van boek 19 zegt : 'Aan wateren beter dan artsen zijn onze gebeden gericht.' De wateren zijn de gevarieerde rijkdommen van de natuur wordt gesteld in de tweede psalm van hoofdstuk 1 van boek 9 van deel 2 van de sama veda. Daartoe wordt de hongerende geleid, tot de innerlijke rijkdommen van de hemelse kennis. Dit is de rijkdom van de demonologie, van de oorlogskunde (indra). Boek 3, hoofdstuk 2, in de tweede psalm, gaat over de geboorte van de zoon van de offer godin, Pavamana, wat betekent dat het offer volkomen is geworden. Dit is de zoon van agni. Het zwellen op het hongerpad is als het zwellen van de zee, als een beeld van hemelse

337 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication