365

Er was geen ruimte voor bekering in hun smart. Exodus 10 1. Toen kwamen de sprinkhanen, de kaalvreters, om het overgeblevene te verteren, En zij vulden de huizen en slaapkamers als nooit eerder tevoren was gebeurd, Maar zou het hen wel deren ? 2. En de dienaren van de heersende vorst spraken : Laat hen toch gaan, want beseft u dan niet : ons land gaat eraan ? Maar de heerser was wispelturig en bedrieglijk zoals altijd, En duisternis kwam over hen in grote vlijt 3. En de heerser sprak : Gaat weg van mij, Laat ik u niet nog een keer zien, want dan zult u sterven, Dit is niet wat ik verdien, En de uitleider van het volk sprak : Dat is juist, ik zal u inderdaad niet meer zien. Exodus 11 1. De heerser zou niet luisteren, opdat alle hemelse wonderen zichtbaar zouden zijn, Tot eeuwige vertellingen, voor een ieder met een hart zo puur en rein 2. Ik zou het kunnen vertellen, Maar heus het zou niet helpen, Een mens moet het zelf ondergaan, Pas zo zou de wond stelpen 3. Ik zie een licht in de duisternis, Want het eerstgeboren kind, Is het vruchtbaar geworden zaad, Wat spreekt tot een ieder die het geheim ervan vindt. 4. Waren het geen gruwelijke verhalen, van draken en slangen in onbegrepen talen ? Als dan het hemelse licht schijnt, en het hemels zaad verwekt, Dan is het vogeltje goed gebekt 5. Het eerstgeboren kind is de verloren kennis die zijn plaats vindt, Stervende als een zaad, is het nu een boom aan waterstromen, dragende de hemelse raad, Oh Egypte land, land van zoveel geheimen, Door het trekkende koord zoveel verloren liederen teruggebracht, Als een eerstgeboren kind verwacht

366 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication