367

2. Zal de vreemdeling die tot haar tent nadert niet sterven aan hemzelf ? Zij zal alleen het overblijfsel tellen, voor eeuwig als haar nageslacht opstellen. Numeri 2 1. Haar stammen zijn in legers opgesteld, Haar aanvoerders geteld. Zo verblijven zij in tenten in de wildernis, Zo nemen zij gebieden in, als een hernieuwde basis. 2. Nomadisch zijn zij, Als oorlogstammen is dat strategisch, Zo blijven ze in de natuur vrij. Numeri 3 1. Het eerstgeboorterecht is van de natuur, niet van de mens, Daarom verkocht Ezau zijn eerstgeboorterecht voor een veel hogere wens, namelijk in tenten te leven, de hemelse tent te dienen was zijn streven. 2. Daarom werden de eerstgeborenen vervangen door de Levieten, Nu konden ze een hemelse strijd voeren, die Israelieten. Daarom zegt een eerstgeboorterecht niet wat, Maar of je de hogere natuurkennis dient, dat is je schat. Numeri 4 1. Wie is er dan niet uitverkoren, degene die de natuurkennis heeft uitverkoren ? Ziet, zij is dienstplichtig, de hemelse te tent te dienen, de natuur te bekoren. Alleen zulken zullen leven wanneer zij tot het allerheiligste komen, Anders hebt gij daar niets te zoeken en moet gij u weer intomen. 2. En de natuur telde hun hoofden, Allen die het geloofden, En liet een ieder zien wat hij te dienen en te dragen had. De mens had gevonden het levenspad. 3. Bent gij rein en puur van hart dan mag gij komen, Besneden van hart, aan waterstromen geplant zijn die bomen. 4. Het volk kende dit diepe kruis, Zo had men een werk te doen, zo werd men geleid naar huis. 5. Een kroning in de nacht is nooit wat het lijkt, nooit wat het zegt te zijn, Het eerstgeboorterecht werd vervangen door geestelijk werk zo rein.

368 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication