373

Probleemstelling : men wordt in het hongeren te snel wedergeboren, neemt te snel vruchten aan. Belangrijk is het je ten bloedens toe ertegen te verzetten om het te toetsen, de worsteling op Pniël. In Tibet is er het bardoïsme. De bardo is de tussenstaat tussen het afsterven aan jezelf en het wedergeboren worden. Er moet een grote afremmer zijn. Je moet niet zomaar in de eerste de beste moederschoot stappen. Als je in meditatie bent, gebed, aan het dromen, aan het minderen, aan het hongeren, of wat dan ook, dan moet je leren in de bardo te zijn, in de tussenstaat, anders kun je misschien te snel verleid worden om op een verkeerde overschakeling, een verkeerd spoor, terecht te komen. Vandaar dat die bardo ook zo belangrijk is. Deze volhardings-bardo is genoemd de zukki in het voortijdse amazonisme. Dit is ook een betere vertaling van calvijn's eeuwigheids principe in de vijfde wet van het exegetische calvinisme. Dit verbindt dan weer aan de eerste wet om de cirkel rond te maken, en de eerste wet ook te vertalen. Honger kan simpelweg niet zonder de bardo, anders laat honger zich misleiden. De bardo is ervoor de volharding en het testen, oftewel pniël of zukki of hoe je het ook wil noemen. Je moet dus door de gevaarlijke bardo gebieden om boeddhaschap te bereiken, wat in het voortijdse amazonisme 'pesa' werd genoemd, wat een toetssteen is (pessa). Dit is ook oorspronkelijk wat geloof, pistis (Grieks), was : pesa-ts, oftewel het juk (ts, aramees) van pesa, wat dus een toets verlichting is. Elke verlichting moet dus ook weer getoetst worden, dus laat je niet uit de bardo trekken. Begeerte dooft altijd het alarm, vrees, uit. Daarom nemen heel veel mensen begeertes graag aan, om de vrees te ontlopen, maar juist de vrees is het begin van de kennis. De mens moet juist met vrees om leren gaan, door de verdeler-steen, de pessa, de toetssteen. Als je de rivier bent overgegaan tot India, moet je later ook de rivier overgaan tussen India en Tibet. Dit is een hele brede rivier, maar het moet, want er zijn vele gevaarlijke slangen in India die overwonnen moeten worden. Die moeten achter gelaten worden over de rivier. In het tweede bijbelse boek 'De hierarchieën van de amazones' staat over de pessa steen : 'Wij moeten de Pessa-steen ontvangen, de verdeler-steen, oftewel de gekraalde tuchtroede, om daar door getuchtigd te worden, en ook om erdoor te tuchtigen. Wij moeten zowel getuchtigden als tuchtigers worden door deze steen. De pessa steen kan alles op diepte schatten en onderscheiden, en is daarmee één van de belangrijkste stenen van het profetische leven. De pessa hebben we nodig om in de onderwereld te leven. De pessa is het loon van onderscheiding. In de gnosis is het belangrijk om tot de onderscheidings-steen, de verdeler-steen te komen. Wij moeten geinitieerd worden in de Pessa. Dit is de gekraalde uiteengespleten staf van Aaron, de tuchtroede, oftewel in Ismaelitische termen de Adbe'el (Ad-Bilha), de derde zoon van Ismael, en in de Koran de Infitar. Wij mogen ons wenden tot de Pessa, die tijdenlang achter de Urim en Thummim verborgen werd gehouden, terwijl deze steen over de Urim en Thummim heerste in de Teheraphim. De Pessa is de heilige gekraalde tuchtroede in de ark, de uiteengespleten staf van Aaron. Hiermee werden in de mythe grote wonderen gedaan en plagen gezonden. Deze tuchtroede kan dus genezing brengen en oordeel. Het kruis-verhaal is hier een slap aftreksel van, en moest de Pessa verborgen houden. Door het kruis-verhaal van het evangelie in vieren te splitsen maakte de kerk haar eigen pessa, een valse pessa, maar alle diepere betekenis ging verloren en werd angstvallig verborgen gehouden. De Koran kwam als een waas over de kerk om juist te verwijzen naar deze diepe verborgenheid. Wij mogen komen tot dit grote verlaten eiland.

374 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication