383

is, zkl. Alle wegen in het boek ezechiel leiden tot het dal van dorre doodsbeenderen, een beeld van het hongerhal, en dan komt de wolk die de mens opneemt tot het sukki land, het land van volharding, de hemel. Dat is dus wat de opname is : de volharding, en dat is wat de hemel is. Hij zag vanaf het begin al een wezen wat deels leeuw was en deels arend, als een griffioen. Veren zijn een beeld van het volharden in het hongeren, wat zijn naam ook betekent als sukki-l. Ezechiel 5 gaat over deze honger, wat ook terugkomt in het boek Openbaring en wat beeldspraak is : 16 Wanneer Ik op hen de boze pijlen van de honger afschiet, die verderven zullen, en die Ik afschieten zal om u te verderven, dan zal Ik de honger over u doen toenemen en de staf des broods voor u verbreken. 17 Ik zal honger en verscheurend gedierte over u doen komen, die u van kinderen zullen beroven; pest en bloedvergieten zullen over u komen, en het zwaard zal Ik over u brengen. Ik, de Here, heb het gesproken. 14 Ik zal u maken tot een puinhoop en tot een smaad onder de volken romdom u ten aanschouwen van iedere voorbijganger. (vergelijk de doornenkroon, oftewel de spotkroon, het spotkleed, en de vervolging van Paulus) 15 Zo zult gij worden tot smaad en hoon, tot een waarschuwing en een voorwerp van ontzetting voor de volken rondom u, wanneer Ik aan u gerichten zal voltrekken in toorn en grimmigheid en grimmige straffen. Ik, de Here, heb het gesproken. 12 Een derde deel van u zal door de pest sterven en door de honger omkomen in uw midden; een derde deel om u heen zal door het zwaard vallen; een derde deel zal Ik naar alle windstreken verstrooien en achter hen zal Ik het zwaard trekken. 13 Zo zal mijn toorn ten volle worden uitgestort en zal Ik mijn grimmigheid aan hen stillen en Mij wreken. En zij zullen weten, dat Ik, de Here, in mijn naijver gesproken heb, wanneer Ik mijn grimmigheid ten volle over hen heb gebracht. (beeld van de volharding) Dit is het hongerpad tot het kruis waarin de mens moet volharden tot opname, tot hemels leven, het sukki land. Ezechiel 6 en volgende hoofdstukken gaan daar verder over door. De mens kan niet ontkomen aan het hongerdal. hoofdstuk 35. In de wildernis 1 In de wildernis, in 't woud, is een pad voor wie het volhoudt, een pad van stilte, honger, duisternis, een smal, eng pad vol hindernis

384 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication