405

ua = één, god, de eenling, de bovenste god ua = alleen Ua was een titel van Ra, Osiris, Amen, etc. als degenen die aan zichzelf waren gestorven en goddelijk waren geworden, oftewel één, alleen, afgezonderd, niet meer beinvloed door een ander. uaau = privé ua = speer ua = officieel uaua = oorlog, slacht (tegen het ego) uah = het opofferen van het vleselijke uha (remu) = visser (vgl. jahremia) tent Hb : ohel Eg : hau = tent, tentendienst hau = naaktheid, ontmaskering samenkomst Hb : muod Eg : mu/od/t = moeder, vrouw m'd/t = dood (van het ego) muo'd/t = moederborst, melk mutot = zaad, bloedlijn muti = hel mu/o-t = moeder godin van Egypte, godin met drie hoofden : van vrouw, leeuwin en gier (vgl. Ezechiel's visioen). ze houdt een penis onder haar hoede, als vierde object, wat in Ezechiel's visioen wordt voorgesteld als de rund. De samenkomst is dus heel duidelijk de symbolische samenkomst tussen man en vrouw, wat een diepere betekenis heeft. De man sterft aan zichzelf en wordt wedergeboren. Zo kan heel het boek Leviticus in het kort worden samengevat in de Egyptische context. zeggen (intentie) Hb : amar Eg : amu-her = wachter van de dood, bewaker, tester am-a = afkappen van de armen, rusten van werken m-her = tegenstellen mur = verbieden, honger meru = district inspecteur mera = gids 2 Spreek tot de kinderen der Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer iemand onder u de Here een offergave brengen wil, dan zult gij uw offergave brengen van het vee, zowel van het rundvee als van het kleinvee. spreken Hb : dbr, dabar Eg : dr = onderwerp vijanden, uitbannen, exorcisme (demonologie dus) dba = versieren, bewapenen db' = vermanen, kastijden kinderen

406 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication