Het wordt hier in verband gebracht met een zekere exodus waar we alles voor moeten achterlaten. Ook kunnen we hierbij denken aan het Noach verhaal. De lelie is een beeld van het schip, als de uiteindelijke overwinning over het moeras. De lelie is vanaf de bodem door veel lijden en honger er bovenuit gegroeid, en spreekt nu. Bijen nemen van haar honing. Er is een nieuwe dag aangebroken na de nacht. Er groeien bloemen vanuit het moeras, bomen en struiken. Deze boom is geplant aan het moeras van de oude orthodoxe systemen. De bloemen weven hun werelden door verhalen. Alles is bruikbaar voor hen, alles heeft meerdere kanten. Daarom worden de bloemen ook als bruggen genoemd over woeste rivieren in vers 29 : 'Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden.' Dit is een beeld van het hangen in de herinneringen, in het hoofd, waardoor de mens ook tot de andere kant kan komen. Het is er allemaal al, omdat alle dingen meerdere kanten hebben, geheime doorgangen en ontsluitingen, geheime verhoudingen tot elkaar. Kennen wij deze wereld ? Metaforisch gezien moeten wij hiervoor ons paard vinden, zodat we opgetild worden boven alles uit. Daarom kwam de prins ter paard tot Doornroosje. Zoals de psalmist in boek 1 van de vur spreekt over rode bloemen in het haar, als beeld van de bruggen van de meerzijdige realiteit, kunnen we dit ook vergelijken met de vogels. Er zijn grote parallellen tussen bloemen en vogels. Ook de vogel is boven alles uitgestegen om zo de hogere verbanden te zien. De vogel geeft de metafoor van de bloem handen en voeten, oftewel vleugels en poten, en is zo in vrije vlucht. In psalm 1 van de vur gaat het dus over rode bloemen in het haar, terwijl in psalm 2, of boek 2, van de vur het gaat over rode veren in het haar : 12 Op een dag werd hij naar een indiaanse vrouw gebracht. Zij liet hem ruiken aan wat rode veren, en gaf hem een medicijn. Toen bond ze de rode veren in zijn haar. 13 'Het grote geheim is wat jij moet zien,' zei ze. 'Ik zal jou op een tocht nemen door het bos naar het grote geheim.' 14 Ze gingen heel diep het bos in, langs meren en heuvels, tot een plaats waar de wilde dieren waren. Ook hier was een meertje. Nu zouden ze het meertje overzwemmen. Na een tijdje kwamen ze aan bij een struik die over het meertje hing. Vlakbij was een grot. Ze nam hem diep in de grot. Ook in de grot was een meertje. 15 'Kom mee,' zei ze. Het was een soort tunnel die toen begon te draaien. Ze leken in een heel nieuw bos te komen. Hij voelde een band om zijn hoofd komen, en stralen kwamen naar binnen om zijn hart te voeden. Boek 2 van de vur heet : de rode hei. De kleur rood is een verdiepende, verhalende kracht. Het is een belangrijk thema in de vur, wat telkens weer terugkeert. Rode bloemen in het haar, als bruggen tot andere werelden, meerdere kanten, rode veren in het haar, als een beeld van de opname, en waartoe is de opname ? In boek 1 wordt er gewacht op een schip. In boek 46, rode bloemen velden, spreekt de psalmist ook van de opname door een schip : 1 Ik liep op een pad door rode bloemen velden, (...) Zij voerden mij weg, ik was in een leger, Op een groot schip werd ik gehesen Het meerzijdige betekent dus niet dat je kunt gaan slapen. Neen. Het is en blijft een oorlog. Er liggen namelijk teveel gevaren op de loer. De mens moet het pad vinden door de rode bloemen velden. De psalmist zegt hierover : 8. (…) en namen mij tot een groot spel, Speelkaarten lagen op de grond,
414 Online Touch Home