421

5. (...) Het wiste mijn verleden. Het was net allemaal anders, en het kreeg nieuwe betekenissen. Ik was als op de golven van een woeste zee, die mij veranderde. Alles was anders. 7. Hier nemen de religies af, hier lopen de dimensies in elkaar over, als een zwaar vergif. 8. Zoveel pijlen schieten er door mijn hoofd. Ik verlies mijn zicht. Ik kijk naar mijn hersenen, als naar bloesem, Ik ben niet meer in de zee. Dromend glijd ik in een oerwoud, als aan de drugs, maar het brokkelt af in mijn handen, totdat alleen een rode lijn overblijft. 9. Rood zover het oog reikt, die rode lijn, Als een rood pad door de wildernis. Vier pijlen had zij op haar boog, die dwars door mijn hoofd gingen. Ik staar naar de pijlen. Zij hebben mijn leven gered. Ik kus ze, en wikkel ze in. Ze brachten mij over de zee. 11. Ze liet mij de duisternis onder het huis zien, de grotten en de tunnels. Ze nam mij mee naar deze plaatsen, en ik dacht dat het altijd nacht was. Ze liet mij haar dromen zien, en haar leugens. Ze had zoveel gezichten. Deze gezichten wijzen op de gezichten van de hei, zoals in boek 109 : 1. Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2. Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest Verder met boek 19 : 12. Zij trok mij op de kant. De stad zou branden. Ik mocht niet meer terug.

422 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication