4. Het gezuiverde roze om het rode, Zij spreken een andere taal 5. Door een wespenzee zwem ik, Ik zal de overkant nooit bereiken, Maar het is om tot de droom te komen, De diepere wereld Daar is het om te doen. Boek 113 zegt : In Mij hebt gij het antwoord, Ik ben Degene Die u leidt, Ik ben Degene Die het loon uitkeert na de belasting De belasting is dus een heilig werk, en op hemelse tijd zal er loon komen. De belasting is dus een werk-opname. Zij die geen kruis hebben zijn al vervroegd met pensioen gegaan. Houdt je daarom vast aan het kruis, als een leidsraad ten leven. Leer de boodschap te verstaan. Leer omgang met haar te hebben. Het is de donkere moederschoot van de natuur. Boek 44 stelt dat de honing door de belasting wordt voortgebracht. Bijen hebben dus de belasting, het kruis, als hun zintuig en werktuig om de beginselen van de honing uit de bloem te onttrekken. Zij zijn daarom ook beelden van de hemelse belasting. Boek 101 noemt de belasting 'een cryptogram van synchroniteit en harmonie'. Als de bij de hei opgaat dan is hij dus toegerust en bewapend met het kruis, met de hemelse belasting. Zo onttrekt hij de sappen uit de wilde bloemen om die in de bijenkorf te kunnen bewerken en verwerken. Bijen hebben ook weer te maken met de bestuiving en de bevruchting, dus het wijder maken en vermenigvuldigen van de cirkels en de velden, en die hebben we immers nodig. hoofdstuk 53. bespreking van calvijn's commentaar op numeri 1-5 Calvijn merkt op bij Numeri 1 dat het volk verschillende malen geteld moest worden opdat de hierarchieën duidelijk zouden zijn. De Levieten werden afgezonderd als een OT beeld van de middelaren, wat in het NT christus zou zijn, stelt Calvijn. Wij hoeven het middelarenschap niet zozeer op een persoon of personen te schuiven, maar op principes. Door het hongeren, de leegte, komt men tot God, door het afleggen, offeren, van het vleselijke leven, metaforisch voorgesteld als offervee. Calvijn stelt dat de indelingen van groepen in Numeri 2 dienden om twisten te voorkomen. In numeri 4 bespreekt Calvijn de zonen van Kahath, die als wachters, bewakers, zijn aangesteld over het heilige der heilige. Zij zouden het gereedschap wat door de priesters was ingepakt dragen. Calvijn stelt dat er een gevaarlijke taak aan de zonen van Kahath was opgedragen. 'God dreigt immers met de ondergang als zij iets van het verbodene zouden aanraken.' Daarom moest alles bedekt worden. De Vuh zegt hierover in de bespreking van 4:2 : 'Neem het aantal op van de Kehatieten onder de Levieten, naar hun geslachten en families,
439 Online Touch Home