44

Hoofdstuk 19. wat hebben de jehovah's getuigen en calvijn met elkaar gemeen ? Ezechiel 1 Wachttoren commentaar (1918) 21 Wanneer zij gingen, dan gingen ook deze; en wanneer zij stilstonden, dan stonden ook deze stil; en als zij van de aarde werden opgeheven, werden de wielen vlak naast hen telkens opgeheven, want de geest van het levende schepsel was in de wielen. De Wachttoren (WT) van 1918 stelt als commentaar dat wanneer een hemels attribuut of tijdperk zou wegvallen, dan zou alles wegvallen. Elk onderdeel is dus belangrijk. 22 En boven de hoofden van de levende schepselen was wat geleek op een uitspansel gelijk het geglinster van ontzagwekkend ijs, uitgestrekt boven over hun hoofden. Calvijn noemt dit zeer obscure verzen. Hij stelt dat het kristal als ijs zeer vreselijk is, gewelddadig, omdat anders de mens in slaap zou dutten, lui zou worden. 23 En onder het uitspansel waren hun vleugels recht, de een aan de ander. Elk had twee vleugels die aan deze zijde bedekten en elk had er twee welke aan die zijde hun lichaam bedekten. Calvijn noemt dit ook weer een obscuur vers, als een herhaling van het voorgaande. Het gaat om een extra benadrukking van dat wat gaande is. Het is een manier om aandacht te vragen voor het hogere, het hemelse woord. 24 En ik kreeg het geluid van hun vleugels te horen, een geluid gelijk dat van uitgestrekte wateren, gelijk het geluid van de Almachtige, wanneer zij gingen, het geluid van een tumult, gelijk het geluid van een legerkamp. Wanneer zij stilstonden, lieten zij steeds hun vleugels neerhangen. De wateren zijn ook de hemelse waarheden door mensen heen, stelt de WT. Er zijn dus kruispunten tussen het menselijke en hemelse, zoals ook Calvijn stelt in zijn commentaar. Wij moeten gevoelig worden voor de punten waar het hemelse woord en de menselijke stem elkaar raken. Wij mogen innig en ernstig naar zulke punten zoeken in verschillende boeken en organisaties. Zowel hemel als aarde zijn vol van hemelse beweging, stelt Calvijn. 25 En er klonk een stem boven het uitspansel dat boven hun hoofd was. Wanneer zij stilstonden, lieten zij steeds hun vleugels neerhangen. Bij de bespreking van dit vers raakt Calvijn helemaal in paniek, en gaat tekeer als een orthodoxe bezetene naar mensen die het net even iets anders uitleggen dan hij, allemaal nutteloze zaken, allemaal kleinigheden, verschillende perspectieven. Het gaat niet om de letter, maar om het geestelijke. En het is allemaal meerzijdige symboliek. Calvijn is hier echt op zijn tenen getrapt en draait helemaal door, iets wat hem soms ook gevaarlijke uitspraken deed maken. Dat is ook de reden waarom we niet orthodox calvinistisch moeten zijn, maar neo-calvinistisch. Hij is te belangrijk om zomaar weg te werpen, maar je moet hem niet op de voet volgen. Calvijn symbolisch nemen, Calvijn een kwartslag draaien, is weer het mandaat. 26 En boven het uitspansel dat boven hun hoofd was, was iets dat eruitzag als saffiersteen, iets dat

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication