519

Suri, sr, is in de orionse taal zij die onderwerpt, tot verbrokenheid leidt, zij die doet knielen. Dat is in de hebreeuwse taal ook wat het ware prijzen inhoudt, en het komt in de islam ook terug, wat overgave betekent. Dit is waartoe het kruis leidt, ook wel vermannelijkt in de egyptologie tot usir en aser, wat in het Grieks dan is getranslitereert is tot de bekende Osiris. Het is niet slechts man, zoals Horus in de oude egyptische teksten ook niet slechts man was, maar ook vrouw. Het vijfde uur in het boek der poorten gaat over de troon van osiris, wat dus heenwijst naar de orionse troon van de godin suri, de godin van de overgave, van de totale onderwerping, het knielen voor de hemelse kennis, metaforisch gezien dan. Wat kan godsdienst de vleselijke mens op het verkeerde been brengen. Vandaar dit onderwijs. We zien de khet of kehat troon van osiris in het vijfde uur, met de kehat trap, wat later ook in de israelologie terugkomt als het kehatitische verschijnsel. Osiris zat op de troon van de Egyptische godin Kut. Zij was erg wreed. Zo is het leven ook, omdat de mens moet leren en niet alleen maar likken. De godinnen van Kut of Khati waren vijandig tot de slechten, tot het vlees, en dat moet ook wel. Boven de kehat trap, de trap van de egyptische godin Kut is er dus een ark te zien met daarop een aap die een varken slaat als beeld van het tuchtigen van het vlees, wat allereerst zelfkastijding is. Hiervan is de sexualiteit een metafoor. De boot of ark stelt de vagina voor, en die perst het vlees samen om zo het zaad ervan te winnen voor nieuw leven. De mens moet nog steeds de geestelijke sexuele voorlichting ontvangen, anders gaat het mis. De mens komt tot de troon van osiris door de vijfde poort, wat in de egyptologie de poort is van de meesteres van het leven, van de eeuwigheid. Dit is een beeld van de voortijdse term voor volharding, sukki. Zo komt de mens uiteindelijk tot overgave, tot suri, die op de troon van de godin kut zit. De mens wordt helemaal warm of koud of beiden als men dit woordje hoort, net zoals wanneer je het over zwarte piet gaat hebben. Dat komt omdat het twee hele zwaar beladen thema's zijn. Het leidt terug tot de egyptologie, en dat moet ook. We hebben het hier over de diepere grondteksten van de bijbel. Hier komt alles uit voort. Zoveel is er verwaterd. Daarom moet de mens terug : van reformatie tot regressie. Suri of osiris, in de diepte van de godin kut, openbaart dan het mysterie, brengt dan profetie, waarvan de naaktheid een beeld is, en dit is dus filosofisch gezien, niet vleselijk. De mens denkt : hoi hoi, ik ben naakt geweest, ik heb sex gehad, maar er is helemaal niks gebeurd. De mens is nooit daadwerkelijk naakt geweest, en de mens heeft nog nooit daadwerkelijk sex gehad, want de mens weet niet eens wat het betekent. De mens heeft gewoon pixelsex, oftewel het is slechts een fantasie van de mens. De mens begrijpt er niks van. De schepping moet nog komen. De mens is nog als een feutus in de oerchaos. Dat wat je om je heenziet zijn geen mensen. Het zijn feutussen. Ook goedemorgen. Weet de mens wel wat sexualiteit is ? Wil de mens door de bliksem getroffen worden ? Het is de dood aan het vlees, het is een oorlog. Het is de ark, en als je die onbevoegd aanraakt sterf je. Denk goed na aan welke kant je staat, en denk goed na wat je doet, opdat je niet door een roofdier wordt gegrepen. Er wordt zowel heel lichtzinnig over gesproken of het tegenovergestelde dat het totaal zondig en uit de boze is. Twee extremen bij elkaar, maar er is een middenweg. Het is iets metaforisch, en de sleutels tot deze geheimen liggen in het oude egypte. Wat een prachtige troon van Osiris, kijk naar de verschillende treden, en anubis staat erbij. Weet de mens dan hoe laat het is ? Anubis is de god van de mummificatie, de gids door de onderwereld. De mens moet onderwezen worden door het afsterven van het vlees. De mens is naakt uit de baarmoeder gekomen en zal er naakt weer in teruggaan. De natuur roept, de natuur is woest. De natuur staat daar met een gesel. Elke tong zal belijden, elke knie buigen, wanneer suri terugkomt tot de aarde. Dan hebben we het over hemelse kennis. Dan hebben we het over suri-name, oftewel de kennis die doet knielen. Dit is een wonderschoon natuurverschijnsel, een nieuw visioen. Maar dit visioen heeft geen genade met het vlees, met de zonde, met het kwaad, en dat hoeft ook niet. Het gaat om de ontsluiering, de ontmaskering. Het gaat om de openbaring.

520 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication