591

7b Zij hebben zich rondom mij gesteld. David kan er doorheen prikken nu. Kimhi zegt dat ze hem bevochten aan de poort, met golven van geweld. Maar David roept God aan. God woont op een hoge berg, wat natuurlijk een beeld is. Van hier stroomt het profetische woord. De psalm eindigt met het zeggen dat God de vijand op de kaak heeft geslagen, maar wie is die vijand ? Het is ook David's vlees zelf. (zie balk en splinter verhaal) Zo moeten we altijd deze gelijkenissen lezen, dat de vijand ook ons eigen vlees is. Het laatste woord van de psalm is weer selah. Psalm 4 : Het is niet zo gek dat Kimhi dit een Levitische psalm noemt, want het gaat immers over de beeldspraak van offers. En dan houdt het dus weer in dat we ons vlees moeten opofferen tot God. Zo kunnen we profetische woorden ontvangen. 2 Als ik roep, antwoord mij, o God mijner gerechtigheid, Weer was dit volgens Kimhi een psalm uitgesproken toen David vluchtte voor Absalom. 4 Weet toch, dat de Here Zich een gunstgenoot heeft afgezonderd Kimhi stelt dat God het vee heeft gescheiden. 5 zwijgt. sela 6 Brengt offers naar de eis. Kimhi stelt dat dit niet de offers van de bozen zijn, maar de offers van gehoorzaamheid. Het zwijgen hierin betekent volgens Kimhi dat de mens op moet houden te rebelleren naar God toe. Zo kan de mens horen wat God te zeggen heeft, en anders niet. Psalm 5 is volgens Kimhi een psalm van bijen, en gericht tegen de vijanden van David. Het is een morgengebed voordat de mens naar het werk gaat. Als de mens dan naar het werk gaat dan is dat als het gaan tot de tentendienst om God te dienen, en hiertoe nadert de mens in dit gebed. 8 Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij nederbuigen naar uw heilige tent in vreze voor U. Dan in vers 9 vraagt David om de profetische leiding van God, en ook Kimhi stelt dat God een beeld is van kennis en wijsheid. De Israelieten waren heel goed op de hoogte dat religie slechts beeldspraak was, gelijkenissen, en dit komt ook in hun poëtische en metaforische taal naar voren. Niets staat op zichzelf. Alles heeft een diepere betekenis. Vandaar dat het belangrijk is als men het christendom wil begrijpen, men de rabbijnen bestudeerd die deze talen machtig waren. Het westen heeft de mens totaal op een dwaalspoor gebracht wat betrefd het christendom. 9 Here, leid mij door uw gerechtigheid om mijner belagers (vijanden) wil; effen uw weg voor mijn aangezicht. Kimhi stelt dat David's vijanden zijn eigen verborgen fouten waren. Ook zijn opzettelijke zonden zijn zijn vijanden. Daarom vraagt David ook om hemelse restrictie. De machtigen, of territoriale

592 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication