zichzelf verdiepen. Broeder Jongebreur kwam trouwens net als William Branham om in een autoongeluk in Doorn, waar ik ook intern gestudeerd heb. Toen ik me hierin verdiepte kreeg ik steken in mijn hoofd. Wij hebben de bijbel, de profeten en de predikanten van de reformatie, die het Woord van God brachten. Dit Woord is een hemelse bloedlijn, een hemelse familie die gaat komen, opdat de vleselijke familie zal afsterven. De mens mag van slavernij komen tot zoonschap. Als kennis te veel is, of vals, dan moet het eerst op een laag pitje gaan, en dat is dan geloof, waar je later nog alle kanten mee opkan. Je laat dan de touwtjes vieren. Dat is de reformatie. Dat is het tussenplan. Van Schuppen stelt : Verhard je hierin niet, maar laat je leiden. M.a.w. we moeten niet wegrennen van onze verantwoordelijkheden. (p.67) Ook houdt dit in binnen de grenzen te blijven. Van Schuppen stelt dat in de natuur de Heere aan de vissen het water heeft gegeven als een cirkel waarbinnen de vis moet blijven. Zou de vis buiten dit gebied gaan, dus over de natuurgrens heen, dan zou de vis sterven. (p. 68) Wie Hem niet heeft heeft niets. Wie Hem heeft heeft alles (p. 73). p. 83 : 'Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouw, tusschen uw zaad en tusschen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen'. En Jezus zegt: „Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het wapen". Het wapen tusschen de menschen onderling, tusschen de Kerk en de wereld, het zaad der vrouw en het zaad der slang, den hemel en de hel.' Jezus kwam dus om de geestelijke oorlogsvoering te leren, om de wapenrusting te brengen, maar de mens wil niet deze Jezus. De mens heeft de mammon tot Jezus gemaakt, het materialisme, het grote geld, de markt. Het wapen echter brengt scheiding tussen het vleselijke en het geestelijke. Jezus kwam niet om vrede te brengen, maar scheiding. Maar in deze wereld worden kinderen geofferd aan de mammon. Kinderen worden hierdoor tot of zelfmoord of de criminaliteit gedreven en ik ben er zelf maar ternauwernood aan ontkomen. Van Schuppen heeft het over de brandende liefde van God. Het is de brandende liefde van God die ons heeft bewaard. Deze liefde noemt hij sterk als de dood. Vele wateren kunnen deze liefde niet blussen. Rivieren kunnen het niet verdrinken. Laat je liefde niet verkillen. De vlammen van God's liefde doen de ziel smelten. De liefde vertedert, verbreekt en verbrijzelt. Zo komt de mens tot ware evangelische droefheid en boetvaardigheid en wordt zo geleid naar het verborgene van God's tent. (p. 89) Van Schuppen noemt dit een liefdesopenbaring, een liefdesvrede, wat gebeurt in het hart, ergens in de diepte. Mijn oma sprak hierover dat ze het eens had ontvangen. Ze kon iedereen wel omhelzen. Ook sprak ze over het elke dag weer de wapenrusting aandoen, maar de familie week hier vanaf en ze konden mij alleen maar bevechten. Nee, het vlees wil de geestelijke oorlog niet, en daarom bevecht het vlees de geestelijke soldaten, de predikanten gegeven. Zoals Nathan zei : 'David, je vijand zal opstaan uit je eigen huis.' Als kind had ik hier al nachtmerries over, hoe mijn familie mij omsingelde en hoe ze fluisterden hoe ze mij om het leven zouden brengen. Moord, moord, moord, en het is tot in de kleinste details uitgekomen, en ik ben ternauwernood ontsnapt, maar nog elke dag strijd ik voor mijn leven en is mijn werk mijn enige houvast. Daarom ga ik door, ook al hangen duizend duivels aan mijn benen. Ze willen niet dat de regressie komt, want dat is het einde van het vlees. Dan ontstaat er een liefdeleven, stelt van Schuppen, een liefdedienst. In de oorlog met God moet de mens het eeuwig verliezen. Geeft uzelf gevangen. Gaat met de strop om de hals, stelt van Schuppen. Het vlees moet sterven. De mens moet zich overgeven. De liefde zal uiteindelijk winnen. Geen mens kan daar tegenop. Toen mijn oma deze liefde ontving was ze helemaal in zielsverrukking. Ze
601 Online Touch Home