afgeleid, geirriteerd, maar onder bedwelming, en slaat dan rustig op tilt, en gaat dan door berg en dal. Op zoek naar drugs. Ja, atletisch zijn, een droom voor de stadse man, de dommere soort dan, want de slimmeren weten dat je met een stropdas veel verder komt, en veel geld. De atletische man vult zichzelf op met demonen, hardwerkend boerenvolk. Dat wat ze niet in de hersenen hebben verspreid zich over hun lichaam om de aandacht te trekken. Velen prikken er doorheen. 'Weer zo iemand die niet wil leren, en maar snel resultaten wil zien.' Atletisch of ascetisch ? Wilde jongens zijn ascetisch. Ze gebruiken veel camouflage. Ze houden van het kruis en de touwen. Ze zijn houdini's, touwenkoningen. Ze houden zich keurig aan de natuurrestricties, en daarom zijn ze niet oeverloos en roekeloos atletisch maar ascetisch. Dat is een groot verschil. 'Ja, moarah,' zegt de stadse man. 'Ma'k ook effe wa zaggen, ik hak genoe ma der ok nie van dage loos.' Ik zeg : 'Wat ?' 'Ja, ha'k uu gehouwen ma da kon ik ma nie zaggen wan da ka'k nie,' zegt de stadse man. 'Wat ?' 'Da ka'k nie,' zegt hij weer. Ik zeg : okay, maar je moet weten waar je mee bezig bent. Je bent zwaar aan de drugs. Je bent bezig jezelf te vernietigen. Allemaal opgehoopt opa-vlees. De wilde jongens willen niet opgroeien. Het zijn de verloren jongens van Peter Pan, de eeuwig verdoemden.' 'Ja, ha'k oe al ezagt da'k nie an da zuugen mal da vandri kehat ?' zegt de stadse man dan. 'Ja, wat ?' vraag ik dan. 'Jongen, hoor eens wat je zegt. Je bent zo aan de drugs dat je jezelf niet meer verstaanbaar kan maken.' En dan een heel verhaal over atletiek, stierengevechten en varkensvalstrikken, nertsen, nagellak, lippenstift. Ik zeg : 'Hou maar op.' 'Ok, dan mok goan,' zegt de stadse man dan. Hij is echt zo'n stadse boer. Platteland natuurlijk, maar van de stad, niet de wildernis. Zegt dat hij geen potentie heeft vanwege de drugs, maar dat de drugs hem een handje helpt, met hallucinaties. Hij is impotent, ook geestelijk en mentaal, dus moet zijn lichaam al het harde werk doen, dus is hij atletisch, bij gebrek aan beter. Ascetisch wil hij niet zijn. Hij wil het recht voor zijn raap. Niet zeuren, niet moeilijk doen. Hij is atletisch, krijgt dingen snel voor elkaar. Slaat met de vuist op tafel. Maar het is allemaal een droom. Hij leeft in zijn eigen eng, nauw wereldje. Allemaal door de drugs. Steroiden uitgezonden om de hogere visioenen te blokkeren. Het is allemaal opstopping. Allemaal trombose, en daar loopt hij mee te pronken. Ja, het kan, want dit en dat boek zegt het, en die en die meneer. Oh, die meneer heeft toevallig een stropdas, is toevallig wereldberoemd, dus moet het wel waar wezen. Jahaa, hij heeft een groot onkruis te dragen. Niet ascetisch, maar atletisch. Niet profetisch, maar atletisch. Hij heeft zijn eigen profetieen. Hij heeft zijn eigen kerk, kark. Kom je bij zo iemand thuis, zit zijn vrouwtje aan tafel in klederdracht met een zuur gezicht
638 Online Touch Home