644

De mens komt dus niet tot het suikerfeest door een jaartje ouder te worden, zoals het bespottelijke verjaardagsfeest stelt, maar alleen door het proces van de ramadan, de tocht door de wildernis, volledig te begaan. Hierin mag de mens dus niet sjoemelen, niet afrafelen, niet spijbelen, zoals bij het verjaardagsfeest. De mens moet stoppen de feesten van Kakia te vieren en moet terug keren tot de natuurfeesten van Areta in de wildernis. Dit zal geen letterlijke, vaste kalender zijn, maar een symbolische, logistieke natuurkalender. De uittocht door Mozes tot de wildernis ging maar half de wildernis in, en raakte toen vast in Kakiaitische afgoderij. Daarom stelt de Bilha dat de ware exodus behoorde tot het volk van Ismael, die in diepe verworpenheid tot het vreemde land kwam (Bakkah, Mekka), in de diepte van de wildernis, de ramadan, oftewel de hongertocht, volledig volbracht. Dat is het ware suikerfeest. H.30 Ismael moest terug naar de tenten, om daar dienst te verrichten, terug tot de diepere wildernis, tot Rebekka, bakka, mekka, in de dul maanden van de islamitische kalender, om zo weer eigendom te worden van de moeder wildernis. Dit komt ook terug in het verhaal van Samuel, sml, dezelfde wortel als Ismael, sml, en wat ook een typologisch beeld is van Ismael. Samuel werd door zijn moeder verkocht aan de tabernakel dienst, oftewel de tentendienst. Telkens weer zijn de verhalen van het OT beelden van Ismael. (…) Ook David die zijn psalmen opstelde voor Batseba, de badende godin, is een typologie van Ismael. Uiteindelijk kwam Ismael tot een wildernis rivier in zijn hongeren, waar hij de godin zag baden, als in een honger visioen. Zij is een grote oorlogsgodin, ook beschreven in het eeuwig evangelie en in de verdere amazone filosofie. Haar naaktheid is het symbool van de openbaring en de ontmaskering, zoals ook in de grondteksten. Daarom gaat een man die haar naakt ziet in ballingschap, als een beeld van de heilige gebondenheid. Dit is een literaire, filosofische naaktheid, waarin de mens diepte gaat zien, dus geen oppervlakkige, letterlijke, stadse naaktheid, want die is bedrieglijk. Naaktheid is iets metaforisch. De mens heeft het niet begrepen. De mens grijpt maar raak. Hevig verrukt is de mens als hij pornografische naaktheid ziet, op de reclame borden van de stad en verder overal en nergens, maar het is allemaal om de mens te bedriegen en om het oordeel te brengen. De naaktheid van de vrouw is het oordeel. Laten we duidelijk zijn. Het toetst de mens, het brengt het hart van de mens naar boven. De mens zou er van weg willen rennen als de mens de ware naaktheid van god zou zien, in grote vreze, want het komt om de mens te tuchtigen en zijn ego te verwoesten. Kijk de mens eens rennen van de naaktheid van God. Heuvelen val op mij, roept die mens, bergen bedek mij. Daar durven ze niet meer met hun handen op te slaan. Ze kijken dan recht tegen een woeste amazone aan die haar speer op hen gericht houdt. H.40 In de Germaanse mythologie ging het over de tocht tot hel om dingen van haar gedaan te krijgen, maar de mens werd meer onderworpen aan haar. De mens verliest zijn eigen controle en wil, want het gaat om 'uw wil geschiede', en niet de wil van de lagere mens. Hel is het verborgene, de verborgen kennis, en de mens moet van wil komen tot kennis. Hel's wil is dus ook onderworpen aan kennis. Hel loopt via el en allah in het midden oosten helemaal terug tot het amazone ila principe van de eenling, en is een afkorting van de amazone godin lasso, haar eerste letter, wat een bijnaam is van de amazone godin rebekkah, vgl. bakkah, mekka, het vreemde. Uiteindelijk kwam Ishmael tot haar, na zijn lange ramadan-tocht door de wildernis. Het vreemde is dus het hoogtepunt van de ramadan. H.42 (…) Ishmael kwam na zijn lange tocht door de wildernis tot Allah in mekka, tot El, of Ila, maar in het westen volgde men al snel een eigen transliteratie, en werd er meer aandacht geschonken aan vertalingen in de eigen taal dan aan de grondtekst, want to werd El als Hel gedemoniseerd, en dat terwijl Hel een belangrijke Germaanse godin was, en ook Arabische christenen god Allah noemen omdat dat nu eenmaal het woord voor god is in de Arabische taal. Veel westerse christenen, niet gehinderd door enige kennis, denken nog steeds dat Allah puur de god van de islamieten is. Ishmael

645 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication