647

Luther stelt in zijn commentaar op psalm 11 dat ook de duivel heimelijk werkt : 'Want ziet, de goddelozen spannen de boog.Zie hier een ontwijfelbaar getuigenis dat de duivel nergens anders toeslaat dan waar Gods Woord is. Waarhij de mensen reeds in zijn macht heeft, strijdt hij niet meer. Maar waar ook maar één vonkje van het Woord Gods brandt, daar past hij op zijn tellen. Want hij wil graag heer en meester over de ganse aarde zijn. (…) In het donker schieten zij naar de oprechten. In het donker, dus heimelijk ja, want dat is de taktiek van de duivel. Als het midden op de dag was, dan was het niet zo moeilijk om te strijden tegen de duivel en de sekten. Maar de duivel neemt een woord uit de Schrift, neemt mooie woorden over God en over de Heilige Geest op zijn lippen.' Het is dus geheim tegen geheim. Het is de oorlog van de geheimen. Deze oorlog vindt plaats in de Duitse bossen van de reformatie. Hier moet de regressie geactiveerd worden. Het is een puzzel die de mens moet oplossen. Psalm 15 1 Een psalm van David. Here, wie mag verkeren in uw tent? Wie mag wonen op uw heilige berg? Brandenburg stelt : 'De tempel wordt een tent met het oog op de woestijnmigratie.' We zijn niet meer in de stad, maar in de wildernis. 2 Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is en waarheid spreekt in zijn hart, 3 die met zijn tong niet lastert, die zijn metgezel geen kwaad doet en geen smaad op zijn naaste laadt. Brandenburg : 'Wie een geschenk als rechter aanneemt, gaat vooraan tot het oordeel.' We moeten oppassen met geschenken. Het mogen geen steekpenningen zijn, geen omkoperij. Het mag niet onverdiend zijn, want dan wordt het tot valstrik. Er wordt gevist en er wordt aas gebruikt, en de mens neemt gretig het aas aan. Brandenburg stelt dat er een veel hogere orde was dan de aardse rechters, machthebbers en marktkooplui, namenlijk die van de profeten van Israël. Brandenburg stelt in zijn commentaar op psalm 17 dat alleen het ontwaken van het gebed ons doet ontwaken uit de doodsslaap. Psalm 18, stelt Brandenburg, is een biechtpsalm waarin de psalmist zowel zijn kwellingen belijdt als zijn opnames. De mens gaat door loyaliteit de tent binnen, en dan is er nog steeds een groot gevaar van eigengerechtigheid. Maar de strijd hiertegen mag niet leiden tot onverschilligheid. Er zijn vele verleidingen. We kunnen stellen dat de mens hier tot opstanding moet komen, tot volharding. Brandenburg stelt bij psalm 19 dat het er hier om gaat los te komen van eigengerechtigheid door het boetelingenschap en het smekelingenschap, het vragen om vergeving, door de bekering. Psalm 22 begint met verschrikkelijk gegil, stelt Brandenburg. De bidder ziet zichzelf van God verlaten. De bidder is tot verdoemde geworden. Brandenburg stelt dat het gebedsgegil geen brug is tot de verre God. Dag en nacht gilt de bidder en hoort geen antwoord. Waarom ? Omdat God in het geheim werkt, en de mens moet visioenen ontvangen. Deze mens is bespot, veracht, ontdaan van alle menselijke waardigheid, en uitgekleed. Maar het geheime woord van God heeft de mens omsingeld. Deze psalm loopt over in psalm 23, over een veehouder.

648 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication