666

Het haar, zoals Absalom met zijn haar in de boom verstrikt raakte, maar het haar van de vrouw is tegelijkertijd ook een beeld van de visnetten. Dan wordt de bliksem inslag genoemd, wat weer terugwijst op Jove, Jupiter, de god van de romeinen, die dus is afgeleid van Joav, de generaal van David, degene die het kindervlees doorboorde. In het Aramees gooide Joav drie bliksemschichten in het hart van Absalom, drie speren, of drie plagen (demonen). Absalom raakte hierdoor in een bepaalde slaap, moest aan zichzelf sterven. 18. Wat deed je ? vraagt ze, En valt dan terug in slaap, Zij is zacht en begripvol 19. Ik ben je slot en sleutel, Ik ben je hart, Ik ben je sieraad, jouw verscheurende, Ik ben je pijn en vreugde, Je nachtmerrie en je paradijs droom 20. Ik zie mijn leger op de muren, Zij marcheren 22. Ik staar naar de vissen in de rivier, Misschien is dat beter dan een herinnering, Ik open mijn dagboeken, En plotseling word het zwart voor mijn ogen … Ik kan beter mijn dagboeken verbranden, Maar deze herinneringen gaan niet weg, Je hebt me te diep gestoken, Op hoge paarden rijdt je, Oh, wanneer ik je geheimen ken De vissen worden genoemd, als beeld van de opname, en ook de arend van jupiter is een beeld van de opname. Beiden zijn het beelden van de visserij, wat dus aan bomen verbonden is, en aan haar. Dit zijn allemaal onderdelen en schakels van het Absalom verhaal, het sterven aan het kindervlees. 25. Laat me de weg van de vis zien, Laat me zien hoe je zwemt, Laat me de pracht van de rivier zien 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee Absalom was als het innerlijke kind van David in die zin een soort van Oud-Testamentische messias. 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug

667 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication