Egyptische Jozef. Hij was de god van de aarde. Ook Jozef moest terug de aarde in, zoals Ezau terugmoest in de wildernis, want hij was een verstotene. Hij had zijn eerstgeboorterecht onheilig geacht, en koos voor een kommetje rode soep, en later betreurde hij die keuze. In tranen zocht hij zijn eerstgeboorterecht maar kon het niet meer vinden. In het NT werd dit een beeld van de verdoemenis. Ook Jezus ging door deze verdoemenis heen. Er is tucht en verdoemenis, en beiden zijn nodig om het vlees te doen afsterven. Er moet een verstoting zijn van de zonde. Dat er meerdere wetten dan karma zijn is duidelijk, want er is ook de wet van de metaforiek. Dit zijn dus metaforische dingen die zeker niet letterlijk genomen mogen worden, dus meer als in een rollenspel, een hemels spel. Waarom is de mens om ons heen zo verdwaasd dan ? Ze nemen alles letterlijk. Als Jezus zegt trek je ogen uit, en hak je hand af, dan neemt niemand dit letterlijk, maar waarom nemen ze dan wel de eeuwige marteling in de hel letterlijk ? Ezau was de verstotene. God hield van Jakob, maar haatte Ezau. Ezau moest dwalen door de wildernis, en in sommige verhalen kwam hij toen tot Egypte, net zoals Jozef. “Waarom geeft u ons de overwinning niet, Heer ?” God is zeer, zeer duister, zeer abstract. Laten we niet vergeten wat de Bilha over God zegt : I/ 3:37. De Heerin is als een wild dier, als een groep roofdieren, de stam van grote vrouwen, de duistere kennis. II/ 7:1-2. De Moeder is niet om zomaar mee te spreken. Zij is wild, als een beest. Het grote gemak waarmee mensen tot God gaan is vals. Mensen gaan lineair met God om. God moet zich aan hen aanpassen. Ze willen God in een hokje stoppen. Het moet op hun manier. God is voor hen een soort suikersinterklaas die precies als hen denkt, geheel op hun niveau is. Laten we beseffen dat Egypte vandaag een moslim land is. In de koran boek 112 wordt gezegd dat niemand gelijk is aan God (:4). Ook in het boek Efeze wordt dit zo gesteld. God is boven alle dingen. Mensen kunnen allerlei ideeën en filosofieën over God hebben, maar het is altijd weer anders. Zowel Esau als Jozef moesten loskomen van hun zogenaamde eerstgeboorterechten of hoogstgeboorterechten. Ze moesten hiervoor diep de put in, diep de wildernis in, totdat ze in Egypte kwamen, waar een prachtig Egyptisch-islamitisch amalgaam ligt. Ze moesten geheel aan zichzelf afsterven. Ze moesten god ontmoeten als een duister, wild, abstract beest. Esav was dus de eerste Jozef, maar er was dus ook al een Egyptische Jozef. Het komt allemaal van diep. Hoe diep ging die put van Jozef ? Hij werd slaaf in Egypte, en toen vals beschuldigd, omgedraaid en kwam door leugens in de gevangenis. Maar hier kon zijn gave rijpen. Hier konden zijn dromen opgroeien. We hebben misschien geen fijne levens, maar wel diepe levens. Uiteindelijk zal de wildernis tot een zekere bloei komen. Kunnen we dit alles doorzien ? Jozef was de verstotene op zoveel manieren, zoals ook Ezau dat was, de eerste Jozef. Hij gaf alles op voor de wildernis. Hij probeerde niet in te passen. Hij zei soms dingen die men niet begreep, en daarvoor werd hij veroordeeld. Zijn woorden waren soms hard. Soms begreep hij zichzelf niet, maar er was een zekere soevereiniteit over hem. Denk je dat God een wild beest is en dat zijn volgelingen dan netgekamde, stropdasdragende fletse zakenmannetjes zijn met aktenkoffertjes en ga zo maar door ? Nee, wij zijn ook wilde beesten. Ik groeide op in de tachtiger jaren en er was een beweging wilde jongens, en ik was bekeerd tot het meer charismatische, en predikte over de liefde van God. De tachtiger jaren is
681 Online Touch Home