Johannes de Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen ernaar. De veertiger jaren zijn een zwaar verwrongen allegorie van de hongeroorlogen. In de veertiger jaren wordt het grote Pniël symbolisch zichtbaar. Het is de decade van de honger concentratie kampen. De mens moest het ervaren. Het staat op het netvlies van de mens gegrifd. Ik tuchtig mijn lichaam en houdt het in bedwang, zegt Paulus. Dat houdt ook in dat de mens zich niet te buiten moet gaan aan allerlei zachte leegtes. De mens moet Pniël in, de honger oorlogen. Keil-Delitzsch merkt goed op dat de schepping voortkwam vanuit de duisternis die op de diepte lag, wat in het Hebreeuws woede en gebrul betekent, duidende op de woeste golven of wateren, de zondvloed. De aarde was verloren in hongerende, afgezonderde dorheid en droogte. We hebben het dan over de honger oorlogen van Pniël. Wij mogen in meerdere werelden leven. Wij mogen dromen. Dit soort thema's worden ook gebruikt door de dichteres Hélène Swarth (1859-1941), die tot de schrijversgroep 'de tachtigers' behoorde, een vernieuwende beweging in de literatuur die de nadruk legde op het naturalisme en het impressionisme. Het naturalisme is een darwinistische stroming terug naar de natuur, ook gericht op het minimalisme van Marx. Het naturalisme laat weer ruimte voor de kwetsbaarheid van de hoofdpersoon, zijn zwakheden en ziektes. Het gaat om de natuurgetrouwheid, dus niet idealiserend, dus in wezen komt het kruis en de honger centraal te liggen. Deze stroming komt voort uit het realisme. Hierbij worden ook sexuele taboes doorbroken, omdat sexualiteit nu eenmaal bij de natuur hoort, zonder welke geen bestaan mogelijk is. Ook worden de diepere lagen en structuren van de natuur blootgelegd, de hogere wijsbegeerte van de natuur. Het impresionisme gaat om het schetsmatig weergeven van subjectiviteit en niet objectiviteit. Het ging om de mogelijkheden van het werk en niet om het vastgelegde. De schrijversbeweging van de tachtigers bestond aan het eind van de jaren 1800. Mevrouw Swarth stelde in haar bundel 'Morgenrood' (1929) dat het leven een strenge leerschool is die de mens levensleed moet leren. Stille, blijde droomkinderen worden bleek en stroef gemaakt. Ze vraagt haarzelf af : Is pijn beproeving, straf ? Ze stelt dat ze een donker medicijn dronk. Ze werd groot en bleef vruchteloos zoeken, en alle boeken gaven weer andere antwoorden, en hoe ze ook peinsde, het ware vond ze niet. Ze werd hier moe van en moest haarzelf toen in slaap zingen met slaapliedjes voor kinderen met klein verdriet. En zo droomde ze van andere dingen, een andere wereld. Ze heeft het vaak over het kinderparadijs, of het kinder Eden. Het impressionisme houdt zich niet aan de bestaande taal, maar maakt nieuwe talen om beter de gevoelens en emoties uit te drukken. Het is dus progressieve linguïstiek. Er moest naar nieuwe beeldspraak gezocht worden, en naar nieuwe uitleg ervan. hoofdstuk 28 freudiaanse psycho-analyse van genesis tot job De boom : de fallus van adam. Het eten van de boom : de besnijdenis. De slang : het touw, de bedwinger van de fallus, van het vlees. Eva : de honger, want als de moeder des levens is zij in de israelitische talen ook de honger.
701 Online Touch Home