782

Hij kan zich met gemak in een lantaarnpaal veranderen … shapeshifters … mister morph … Daar gaat hij over de straten …. hij verslindt mens, kind en dier … Met make up verbergt hij een heleboel … Snel doet hij de schuld verschuiven … Oh kijk dit monster eens gaan, sluw glijdend door het gras … De mens is een veel erger virus dan corona … Wat het morona virus wordt genoemd … hoofdstuk 75 het slaat 'kant noch freud' Aristoteles stelde dat de kennis die ons tegelijkertijd zegt dat iets is en waarom iets is veel genuanceerder en uitmuntender is dan de kennis die het dat en het waarom van elkaar gescheiden leert. Veel mensen hebben alleen maar 'dat'-kennis, oftewel 'dat' het zo is, en geen 'waarom'-kennis, en zo versteent en verdraaid die kennis omdat het geen diepte heeft, geen kern. 'Waarom'-kennis is de kern. Aristoteles stelde dat het niet slechts om een verhouding ging tussen mens en kennis, maar dat kennis door herhaling een gewoonte moest worden, en zo de natuur van de mens. We spreken dan over de epistemologie, over de natuur van de kennis, het kennen van het kennen, het worden van kennis. Het gaat dan ook om het kennen van het kennen van het kennen van het kennen van het kennen van het kennen, enzovoorts, totdat het kritische denken ontwaakt, en dat was wat de mens na de reformatie nodig had, en waartoe ook Immanuel Kant kwam in de jaren 1700 (1724-1804). Hij was de grote verlichter in Duitsland, door Joodse profetie voorspeld, aangekondigd. Hij sprak dat de mens alles wat de mens geloofde en dacht te kennen maar eens in twijfel moest brengen. Hij bracht het relativeren en de metafysica terug in Duitsland, en verdiepte het, als een spoor na de grote reformatie. De reformatie was nog maar het begin om los te komen uit de greep van het materialisme. Immanuel Kant kwam om alles te vergeestelijken. De mens leefde religieus in bittere verletterlijking. Aristoteles volgde de godin Areta, de godin van de geestelijke oefening. Deze geoefendheid leefde alleen in de natuur van kennis, ging dus niet buiten de gewoonte en de natuur van de kennis om. Het was een cultuur waaruit ook Paulus en Petrus voortkwamen, want in de grondteksten van het NT volgden ook zij Areta, iets wat uit de pseudo-vertalingen van het westen werd geschrapt, wat een groot schandaal was, want zij wilden niet dat de patriarchie werd aangetast. De mens vreest de geestelijke matriarchie, want deze leidt tot daadwerkelijke wedergeboorte. Immanuel Kant was een geestelijke vuurtoren in Duitsland geplaatst na de reformatie, om de mens uit de woeste golven van extremistisch denken te halen wat ontstaan was door chantage. De mens zat helemaal vast in de dat-kennis, en het bedreigde de mens. De mens ging niet voor de waaromkennis, maar voor domweg geloven. Ruimte en tijd kwamen vanuit veel hogere bronnen dan de materiële, stelde Kant. Zij kwamen vanuit de verborgen bron, en worden intuitieve vormen, profetisch. De realiteit was contextueel geestelijk, en werd aangedreven door de obscure krachten van de diepere natuur. Toen kwam Freud in de jaren 1800-1900 (1856-1939). Hij deed niet aan symptoombestrijding maar richtte de psycho-analyse op, om tot de diepte van de problemen te gaan. Freud moest hierom vluchten voor de Nazi's. Hij predikte de psycho analyse als de vruchtbaarheid

783 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication