915

Vannacht had ik weer een droom over de paradijsaarde. Geld bestond niet meer, het aardse kopen en verkopen, maar er was nog wel hemels geld, wat iets heel anders was. Ik was bij een gezin in huis en zou iets van ze kopen, en kopen betekent 'kennis maken met'. Ik zou bij het gezin logeren, en het scheen dat ik er al eerder gelogeerd had. Het kopen ging dus niet buiten het kennismaken en verplaatsingsvermogen en invoelingsvermogen om. Aards geld is onverschillig, koud, harteloos, meedogenloos ook, die de kloof tussen rijk en arm in standhoudt. Dat doet het aardse, vleselijke geld zelf. Geld is een grote vijand, en net zoals de talen is het nog een bepaalde omgangsvorm, maar de mens zit in deze gevangenis opgesloten hier op aarde. Ik moet dus iets hemels kopen bij deze mensen, met hemels geld, een geld wat invoelingsvermogen voorstelde. Het ging om een videoband ofzo. Ik kreeg er ook nog extra dingen bij, heel zorgzaam. Hemels geld is een beeld van zorgzaamheid, tederheid. Er was geen koude afstand zoals bij het aardse geld. Er zou ook een groepje komen, en we lazen uit een Duits boek, en ik zou ook een stukje voorlezen, een stukje over procenten. Bij alles wat je neemt richt jezelf tot de hemel en vraag je of hoeveel procent je ervan mag nemen, want leven is energie om te verdelen. Je mag niet meer procent nemen van iets dan je toegewezen is, anders neem je het deel wat van anderen is. Wees daarom gevoelig voor de hemelse procenten. Ontwikkel dit zintuig in jezelf, zodat je niet de strepen over gaat. In de hemel gaat het om : een beetje minder. Terwijl op de aarde gaat het over : 'een beetje meer dit en een beetje meer dat.' Dit was oorspronkelijk een liedje uit 1983, vlak voordat 1984 kwam, maar de tekst was : 'een beetje van dit en een beetje van dat,' als een beeld van variatie, en niet 'een beetje meer dit en een beetje meer dat,' want dat is het volkslied van de schrokoppen, van de pannenlikkers en tafelschuimers. We gingen toen in de droom ook naar de winkel in het dorpje. Het was een prachtig natuurdorp in de eeuwige sabbatsrust. Ook de winkel was een woning, en moest je logeren om er iets te kunnen kopen, omdat geld dus : invoelingsvermogen, kennismaking, betekent. En dit voelde goed, en waar. Er waren onder de huizen veelal nog extra kamers, als woonkelders. Het was er wel erg gehorig, want je kon gewoon het gepraat bij de buren horen, en ik hoorde een oom van de stad van mijn grootouders, en het gaf een heel warm gevoel, waar hemels geld dus voor bedoeld is. Na een tijdje was ik weer terug bij het gezin waar ik eerst was. We liepen dus ook telkens over. De vrouw van het gezin waar ik veel mee sprak en die alle zaken regelde had het over een ruitenjasje waarvan ze dacht dat het van mij was, maar het was nu nog bij iemand anders. Dat had ik eens laten liggen. Ze wilde me dat weer geven. Vroeger als kind had ik inderdaad een ruiten jasje, dus die herinnering kwam weer terug. Het was een prachtig jasje. Er kwam weer een stuk van mijn jeugd terug. De jeugd is nog niet vleselijk financieel zoals de volwassenen, maar werken abstract met het hemelse geld. Door de volwassenen wordt dit allemaal afgenomen. Op de paradijsaarde krijgen we alles weer terug. hoofdstuk 62 leven op de paradijs aarde 2 – geen geld dan liefdesgeld We hebben gezien dat het hemelse geld, in tegenstelling tot het menselijke geld, tederheid is, invoelingsvermogen, het ter kennis nemen, oftewel liefde is, en het is zeer besmettelijk, als een hemels virus. De volwassenen hebben een rotzooitje van deze wereld gemaakt. Ze hebben het geld uitgevonden om een kloof te maken tussen arm en rijk. Geld is een koude bedoening. De hemel haat

916 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication