25

onweerstaanbaarheid is de vierde wet van het calvinisme, wat niet zomaar buiten de wil van de mens op de mens afkomt. De mens moet namelijk zelf de heilige onweerstaanbaarheid worden. Het is een kwaliteit van de mens, wat gewoon een metaforische vertaling is van de dankbaarheid. Dankbaarheid is een belangrijke bescherming tegen materialisme en altijd maar meer willen. Dankbaarheid kijkt in de diepte. Dankbaarheid is een zintuig, als de basis voor volharding, wat ook een zintuig is. Het zijn de vierde en vijfde pilaar van het transcendente calvinisme. Het is van belang dat de mens tot de vierde pilaar komt, en een relatie aangaat met de heilige dankbaarheid. Dankbaarheid is het doorzien van het kruis, het aanvaarden van het kruis, voor hogere doeleinden. Soms kan de mens het kruis niet doorzien, en dan is er volharding nodig. Zo is er een wisselwerking tussen volharding en dankbaarheid. Soms ziet een mens de weg niet, is de mens diep in de golven, en doet het kruis alleen maar pijn, slaat het doof en blind, maar dan is daar de heilige volharding. De mens is als een gebondene tussen de vierde en de vijfde pilaar van het transcendente calvinisme, net zoals Simson. Hij "brak" deze pilaren om de vijand, zowel het individuele ego als het collectieve ego, uit te blussen, opdat hij het Nibana zou ingaan. Hij stond blind tussen de pilaren, en begreep het niet. Hij was in grote verwarring, en hij moest de pilaren "breken", oftewel decoderen. Hij moest de puzzel oplossen. Het volk Israël leefde in "ballingschap", en moest dit verdiepen door de honger-ervaring, de leegteervaring, in de wildernis, bemidbar (Numeri). Dit is de eerste pilaar van het transcendente calvinisme. In de tweede wet wordt men dan gegrepen door de uitverkiezing, als door een natuurverschijnsel, wat gebeurt in de diepte van de honger-put, het heilige atheisme. Communisme, het gegrepen worden door de context, wordt namelijk opgewekt door de wet van contrasten, dat als je diep genoeg in de ene pool gaat, dan wordt vanzelf de tegengestelde pool opgewekt. Dieper in het niets kom je ook weer tot iets. Absolute leegte is daarom ook onmogelijk, en mag ook geen doel op zich zijn. Dat zou zelfvernietigend zijn, dan wordt je gewoon totaal uitgeblust totdat je niet eens meer bestaat. Wel moet de mens dus door de vergetelheid heen om af te sterven aan het ego. De mens mag niet in de leegte blijven hangen, maar moet alsmaar leger worden totdat het doel is bereikt : het robotisme, de hogere hemelse drive. Dit is een orgaan, een zintuig. Hierin sterft het ego, in de grote afscheiding, in de derde wet van het calvinisme, als het spijsverteringskanaal. Adam zat in de boot met Eva, een beeld van zijn volharding, en dit verhaal werkt zich verder uit in het verhaal van Abraham en Suri (Sara). Abraham is een andere vorm van Adam, en hij moet de dankbaarheid leren door zijn twistzieke, spottende vrouw, Suri (Sara). Suri is een beeld van Abraham's dankbaarheid, die haarzelf niet makkelijk prijsgeeft. Abraham herkent haar eerst niet als zodanig. De dankbaarheid is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Het is geen gezellige en romantische sinterklaas, maar een woeste oorlogsvoerder. De dankbaarheid neemt steden in. De dankbaarheid twist en spot totdat de stad is opengebroken en ingenomen. De dankbaarheid is een strenge discipline die samenwerkt met volharding. Het is geen gevoel maar een principe. Dankbaarheid is als ijs. Het is geen dweper, maar het twist en spot om zich in de mens te installeren, omdat de mens zonder de dankbaarheid niet kan leven. Zonder de dankbaarheid sterft de mens. Het is dus een levensreddende ingreep. Suri (Sara) is een beeld van de dankbaarheid van Abraham. Die dankbaarheid moest hij eerst leren kennen en er een relatie mee aangaan, ondanks dat het moelijk was, want de dankbaarheid is niet makkelijk en de prijs is hoog.

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication