34

Hoofdstuk 11. De Kaïnitische Exodus uit het Paradijs - De Gnostische Versie van Genesis Dat wat we vandaag de dag om ons heenzien, oorlogen, geweld, bedreigingen enzovoorts, is een bloed-orakel. Het is de bedoeling dat we er de tekenen in kunnen zien. Natuurlijk is het deel van een veel grotere buitenaardse context die de aarde gewoon als een schaakbord gebruikt om dingen uit te spelen. Je moet er een beetje doorheen prikken anders wordt je compleet gek, maar zonder onverschillig te worden. Het gaat meer om het puzzelen, het zoeken naar een oplossing en ook anderen daarin te verlichten, zoals het boek de Egypte Code dit met het Noord-Korea probleem deed. In vorige boeken hebben we het bloed-orakel uitvoerig besproken. Het bloed-orakel is nodig om met het ego af te rekenen, maar het moet op de juiste manier geinterpreteerd worden. Hadd of Hat is de naam van het Assyrische bloed-orakel, dat ook als Baal Zephon wordt voorgesteld, wat een gebied aan het Rode Zee gebied is waar de Israelieten overstaken, en waar de Egyptenaren door de zee werden overweldigd in hun achtervolging, als een beeld van de waterdoop waarin de mens sterft aan het ego. Zephon is ook het wortelwoord van Sefanja. Het boek Sefanja gaat dus in principe over deze plaats in de Exodus, en representeert het bloed-orakel. Hat staat ook weer in verbinding met Hathor, de Egyptische godin van de vruchtbaarheid, en met de amazone Hiti stam. De Rode Zee is ook een beeld van bloed. De mens groeide op in een soort "paradijs" waarin ze dom werden gehouden. De boom van kennis was verboden. Daarvan zou je sterven. Zo worden mensen in de kerk ook dom gehouden. Kennis is verboden. Alles moet in het boekje staan en van de kansel gepredikt. Alles, maar dan ook alles, wordt voorgekauwd. Als de slang Eva verleid tot kennis, dan wijst dit op de geslachtsgemeenschap tussen Adam en Eva, waardoor Eva werd bevrucht. Er ging een nieuwe wereld voor hen open. Deze vrucht was Kaïn, de Kaïnieten, en de oorzaak waardoor Adam en Eva uit het valse paradijs werden gered. De Kaïnieten hadden een invasie gedaan. Telkens weer wordt de mens Adam genoemd, een Adamiet, maar door de Kaïnieten was er een grote exodus uit het valse paradijs. Kaïn was de eerste die uit een mens geboren was, en als er dan in Genesis 6 de dochters der mensen worden besproken dan zijn dit de Kaïnieten. De Adamieten waren de zonen van God. De dochters der mensen, oftewel de Kaïnieten, namen de ontsnapte Adamieten en Eva uit het paradijs in boten mee in het hele zondvloed verhaal. Ook Noach was hierbij als een Adamiet, als een vorm van Adam. De Kaïnieten, een buitenaards ras, namen hem mee tot hun grote tenten in de wildernis. De Kaïnieten hadden een veel tragere vibratie dan het paradijs, en konden zo beter de mappen lezen. Met hun vingers lieten ze het rustig aan Adam zien op hun boot, op de landkaarten. Noach zou een belangrijke rol spelen, en de Kaïnitische zusters vochten over hem, over in welke tent hij zou wonen. Ook de Adamieten moesten dus in de tragere vibratie komen om zo inzicht en overzicht te krijgen. Dit werd hen geleerd door de Kaïnieten. Zij moesten de grote snelle, luidruchtige zwijnen van het ego overwinnen, en ook de snelle witte kippen van het ego. De Kaïnieten dienden de grote zwijnen op na de jacht om gegeten te worden in de mythe, omdat het ego verwerkt moest worden, en zo ook

35 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication