56

weggaan totdat gij de laatste penning hebt betaald." Gedurende die tijd is de mens lijdende in de eeuwige straf van zijn aardse zonden. Hij wil zeer zeker de voorzichtige filosofie niet stoppen over wat het woordje 'eeuwig' zou kunnen betekenen, oftewel de filosofie van de straf op de zonde, maar aan de andere kant stelt hij dat het beter is om het te vermijden dan er een overhaaste wetenschap van te maken. Het sleutelwoord voor Augustinus als filosoof zijnde is de agnostische voorzichtigheid en binnen die grenzen te filosoferen, tot diepte te komen en verscheidenheid, en niet tot oppervlakkige eenzijdigheid. Zo is ook de buitenaardse Vur natuur in het werk van Augustinus te ervaren. Dit is ook de definitie van "gezegend zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beerven." Zij komen niet snel met allerlei loodzware formules en eenzijdige wetten opzetten. Zij zijn voorzichtig en in die zin 'zacht'. Zij lopen niet rond met vooroordelen, maar studeren en onderzoeken. Zij zijn tot de grotere rechtvaardigheid gekomen. Zij willen niet op de voorgrond staan. In de Stad van God stelt Augustinus dat het om de heilige nederigheid gaat, wat een discipline is die de arrogantie van de mens verre van zich houdt, want God wederstaat de trotsen. In die zin is het dan ook niet mogelijk om tot God te komen zonder de sleutel van zachtmoedigheid. De hele opzet van het 'eeuwige lijden' in de Augustinus code, die heel poëtisch is, is de noodzaak dat de mens moet leren lijden, een asceet te zijn, om zo af te komen van de zonde. Augustinus liet altijd een open einde. Augustinus stelt dat de mens het lijden van het vlees moet verkiezen boven de dood, want de dood zou ervoor zorgen dat de zonde zou voortleven. Er zijn dus hogere doelen die Augustinus ziet en beschrijft, en die zijn alleen te bereiken door ascetisme, door verdraagzaamheid en geduld. Zo beschrijft Augustinus dus de natuurstad van God, oftewel de Vur natuursteden. Ook leeft de mens in de lagere stad. De dood houdt de mens ijdel, maar het lijden leidt tot vruchtbaarheid. De asceet ziet het lijden als een uitdaging en werkt er omheen, en gebruikt het voor creativiteit. Zo komt de asceet tot hoger bewustzijn, waarin een heleboel vals bewustzijn eraf moet. Augustinus noemt het voorbeeld van Job, die leed zonder te sterven. In die zin kan het Jezus verhaal dus heel verraderlijk zijn, want Jezus stierf een snelle dood. Zijn lijden duurde niet lang. Toch is dit een voorbeeld voor de christenen. We kunnen dan kijken naar Job en zien een asceet, en ook de profeten waren veelal asceten. Zij hielden van het kruis en leefden lang met het kruis, zonder naar snelle uitwegen te zoeken. Zij zagen het nut in van het kruis, van het juk. Daarom vlucht de dood ook veel van de mens weg in Openbaring. Het eeuwig lijden is een heilig deel van de heiligen, van de asceten. Zij zien hierin visioenen, als een tunnel tot het nibana. Zij weten dat het lijden hen tot de ware slaap brengt, als een drug van het paradijs. De overmoedige dood, de zwarte beul, brengt ook weer overmoedige wedergeboortes. Halfgebakken asceten komen nergens. Het gaat om de discipline. En dan niet de discipline van het vlees, van de onwetendheid. De heilige discipline is kennis. De heilige discipline is diepte. De mens kan dit niet zomaar even door het vlees regelen. De ware asceet wil niet dood, maar wil leren. Dat wil niet zeggen dat de asceet geen doodsverlangens kent. Job had ook doodsverlangens, maar zijn verlangen naar kennis was groter. De ware asceet strijdt soms met doodsverlangens, maar overwint deze door kennis, en weet de doodsverlangens metaforisch toe te passen. De asceet wil dat zijn ego sterft. Ook Paulus had deze strijd. Voor Augustinus is het antwoord duidelijk : de demonologie. De mens is geroepen de innerlijke vijand te doden, oftewel de zonde die in de mens leeft. De nibana waarde in het Betelgeuse paradijs, in Oan, is de Witi, de vergetelheid, met een zwaar fundament van niet-bestaan. De mens begint hier voort te druppelen. Alles is vluchtig en

57 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication