119

Een vrouw in dikke, lange gewaden neemt een jongen mee aan haar hand. Zij gaan een stenen huis binnen, waar ze haar gewaden afdoet. Haar lichaam is geharnast met riemen, als een amazone. Zij leert de jongen de oorlog. De naam van de jongen is Ismael. De oorlog is het symbool van tijd, van de afwisseling van de seizoenen. De vrouw trekt haar gewaden weer aan, en neemt de jongen mee naar de markt. Zij gaat steeds trager en trager. Zij is de Heilige Nacht. Yeshua is in de wortels van het woord ook een enorme leegte die beveiliging brengt en weelde. Hoe kwamen de Israëlieten aan dit overwinnings-symbool ? In het Judaïsme was dit symbool er al, in de theocratie die Mozes had opgezet. Mozes was een Egyptische prins, opgevoed in de Egyptologie waar hij zijn eigen draai aan heeft gegeven. Het verbindt de god Yah met het Egyptische woord Shu, wat leegte en opstanding betekent (hij die oprijst). Het zogenaamde licht is een diepere duisternis waar de zintuigen open gaan, wanneer zij oog in oog staan met Hel, de baarmoeder. In het oude Egypte was de hel alreeds een dualiteit. Het is levendmakend voor de rechtvaardigen, maar zal de onrechtvaardigen vernietigen. Daarom is het enigma van de hel ook niet zomaar weg te denken. Het bestaat, maar wordt vaak verkeerd uitgelegd door leken, hen die de esoterische en geschiedkundige demonologie niet kennen. Zowel in het Egyptisch als in het Hebreeuws is RA het lijden, het 'kwaad'. Het was in het Egyptisch de mond van de onderwereld, en RA was ook de zon of de zonnegod die op een dodenboot door de onderwereld reiste om zo elke morgen wederomgeboren te worden, oprijzende vanuit de zich openende moeder schoot. Zowel in het Egyptisch als in het Judaïsme is RA de poort, de tester, als een engel die de mensheid moest beproeven. RA staat in het Hebreeuws gelijk aan Satan. Zowel in het Hebreeuws als in het Egyptisch had dit een positieve betekenis, maar met de opkomst van het christendom kreeg Satan een steeds negatievere betekenis. Er mag ruimte zijn voor de dualiteit zoals in het Judaïsme en het Egyptisch. In het Egyptische dodenboek in Spreuk 10 was het RA die de aarde doorkruiste om zijn vijanden te overwinnen, terwijl dat in het boek Job in Satan werd veranderd. Zowel in het boek Job als in het Egyptische dodenboek is dit een doorkruizing van de onderwereld. In Spreuk 15 leeft het schip van RA in de onderwereld op, als het vlees van RA wat zich verjongt, om zo zijn vijanden te overwinnen. Het schip achtervolgt zijn vijanden, als het verjagen van de zonden, het verdrijven van de leugens. Dit is in Spreuk 17 de besnijdenis van RA. Deze besnijdenis werd verricht door Isis en haar zuster Nephthys die in het Judaïsme werden tot de twee gevleugelde cherubs op de ark.

120 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication