12

het te intens was. Als kind zijnde droomde ik vaak over de Egyptische moeder Nuwd, Nod. Ook het nageslacht van Kain is metaforisch, als zijnde zijn eigen gedaante-verwisselingen, zoals Ra in de onderwereld. Het is het principe van de vruchtbaarheid. 16Toen ging Kaïn weg van het aangezicht des Heren, en ging wonen in het land Nod, ten oosten van Eden. 17En Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw en zij werd zwanger en baarde Henoch; daarna werd hij de stichter van een stad en hij noemde deze stad naar zijn zoon Henoch. Henoch, Enak, betekent in de Hebreeuwse worteltekst de initiatie en de educatie. Hier moest Kain doorheen, als een vestiging in het land Nod. Ook betekent Enak overgave, als de onderwerping van de wil. 18En aan Henoch werd Irad geboren. Iyrad is in de Hebreeuwse worteltekst de afzondering, de isolatie. Dit is belangrijk om de overgave en de onderwerping van de wil verder te verdiepen. Dit heeft met het hele proces van de heilige gebondenheid, het heilige touw, te maken. Dit was het teken van redding in het boek Jozua, want Rachab werd gered door het touw. In de Egyptische onderwereld boeken heeft het touw een prominente plaats, en is vaak verbonden aan de slang, die een beeld is van het touw. In de Egyptologie wordt Geb soms afgebeeld als een slang, als de zoon van de aarde, als beeld van de onderwerping van de wil. Dit is waar Kain toe naderde in de onderwereld. Ook Nod zelf is als een touw in de nacht. Daar droomde ik als kind vaak over. Dan werd ze heel lang en dun en onbereikbaar. Dit gebeurde ook in de Egyptologie. Zij was de partner van Geb. Ik kende de Egyptologie als kind zijnde niet, maar droomde er al wel van. Het was altijd extra sterk als ik ziek was, koorts had. Ik kon gewoon in de onderwereld kijken. De moeder verandert in een koord om ons in veiligheid te brengen in de aarde, in Nod. Hier is de kern energie van de dromen, de motor van de gnosis. De ach, de akh, de Hebreeuwse broer-metafoor, het onderwereld-lichaam, is in de Egyptologie een ibis, die zo boven alles uitstijgt. In Genesis 4:7 wordt er aan Kain in het Hebreeuws beloofd dat als hij goed doet, dan krijgt hij Se'eth, het oprijzen, het opstijgen boven alles. In de wortels is dit een wapendrager. Kain krijgt inderdaad later deze nieuwe metaforische "broer", oftewel een ibis, erbij, genaamd Seth. Seth komt ook uit de Egyptologie, als de god van de wildernis en de nacht, een zoon van Nuwd en Geb. Het is één van de gedaantes van Ra, zijn oorlogs-gedaante. Se'eth was beloofd aan Kain, wat ook zwellen betekent in het Hebreeuws, als het zwellen van het mannelijke geslachtsorgaan voor de oorlog tegen het kwaad. Het zijn oorlogs-metaforen die de mens helemaal verkeerd heeft voorgesteld. Wanneer het mannelijke geslachtsdeel de schede van de vrouw ingaat, dan gaat hij de oorlog in tegen het vlees, om zo geboorte te schenken aan een andere gedaante in hemzelf. Dit is de diepte van de tocht van Ra door de onderwereld. Het is om geboorte te schenken aan het innerlijke kind. Ra moest daarvoor eerst zijn leven geven. Doet ons dat niet ergens aan denken ? Ook Jezus moest zijn leven geven, maar dat moeten we allemaal. Niemand ontkomt aan deze principes. In die zin is alles dus "communistisch" van aard. Iedereen gaat door hetzelfde heen. De tocht door de onderwereld, door moeder Nod, is standaard. Hoofdstuk 5. Ra in het Oude Testament

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication