24

geweld zijn voor mijn ogen, en er is twist, en tweedracht verheft zich. Daarom verliest de wet haar kracht, en nimmer komt het recht te voorschijn, want de goddeloze omsingelt de rechtvaardige, daarom komt het recht verdraaid te voorschijn. Hier zien we even kort in de Westerse vertaling hoe ernstig dit was. De vijand is een van nature neutraal en dualistisch woord voor strijder. Dit is dus een metafoor voor de toetser. Ieder mens is opgeroepen om te toetsen en het goede te behouden, niet om een blinde gelover of navolger te zijn. De toetser is een beveiligings-systeem. Die toets moet zo diep gaan totdat het een robotische impuls geeft, anders kan er nog inmeng zijn van de lagere aardse gewesten, de lagere wil. De toets is er dus voor om tot de hemelse wil te komen, die gebaseerd is op de oneindige kennis. HBG, HBK van HBK.KK, Habakuk, betekent in het Aramees de tegenstander, maar dit heeft hele diepe Egyptische wortels. De HB wortel betekent de triomf, de overwinning (Heb). En deze overwinning over de lagere wil transformeert alles tot een spel, tot een simulator, in deze Egyptologische wortel. De HB wortel is een messenger (Hebu), maar ook een verbintenis, als een collectie (Hab). De HB wortel heeft als symbool de ibis vogel die boven alles is uitgestegen (Hab), en heeft ook de betekenis van de overstroming, en een boot. Denk aan de mehen-slang op de boot van Ra die ook een spelbord uitbeeldt in het Egyptisch. Eén van de opdrachten van het leger (hab) is het maken van spelletjes, om daarbij anderen te helpen, en om diepte te brengen en veiligheid. Het leger moet simulators opstellen waarin veilig geoefend kan worden. De KK wortel betekent zaad (khukha) en het mixen, als het opstellen van bruggen (khakha). Als twee energieën met elkaar in aanraking komen dan is er een enorme electrische ontlading en energie-uitwisseling, en dan moet er getoetst worden om het zuiver te houden, dus vandaar dat dit kan overkomen als een enorm geweld, maar men moet tot de metaforische diepte hiervan gaan, hoe moeilijk dat ook is. Dat wil niet zeggen dat we niet boos mogen zijn wanneer dat nodig is. Habakuk gaat over de heilige boosheid. Het is nodig om de metalen te smelten en ze aan elkaar te verbinden, als het werk van de smid. HB is in de Egyptologie de vragen steller, de twijfelaar, de toetser (Heb). Ook onze boosheid moet getoetst worden. Er mag alleen boosheid zijn in de gnosis, in de heilige gebondenheid, niet in overmoed, zelfzucht of vooroordelen. De boosheid moet dus nauwkeurig gericht worden en zijn rechtmatige plaats krijgen in het proces en systeem van de gnosis. Soms is het geen tijd om boos te zijn, maar om te toetsen, alhoewel er wel een toets-boosheid is. Soms is het tijd om eerst het lijden te aanvaarden. Hiervoor zijn er verschillende seizoenen als in de klok en kalender van de gnosis. De mens moet leren klokkijken in de gnosis. Zefanja, een ander kort profetisch boek in het OT betekent : sieraad van de wording. In de Egyptische wortel betekent het het aanvaarden van de eeuwige woestijn, als het lijden wat tot vruchtbaarheid brengt, de bron in de woestijn. Dit is de Egyptische definitie van wat genade is, gracieus, als het aanvaarden van de tucht die tot leven leidt, als geduld, S-FEN. Sefi-Neheh, SFN, Zefanja, is Aser, Osiris, die in de diepte van de kooi tot de eeuwige woestijn komt. In het westelijke christendom hebben ze een hele andere, meer luie, definitie van genade, en is genade ook losgekapt van loon. In het Grieks was genade een vorm van loon (charis), maar het Westen vertaalde dit heel erg selectief. Genade is alleen geldig in de zin van rechtvaardigheid, bijvoorbeeld wanneer mensen ten onrechte zijn benadeeld of een hogere straf hebben ontvangen dan nodig was, dan krijgen ze genade. Er is dus een groot onderscheid tussen valse genade en heilige genade. In de Egyptologie wordt er gesproken over een eeuwige genade als een sieraad van geduld in het lijden, de onderwerping en aanvaarding van het lijden, wat optreedt wanneer de menselijke kom breekt, wanneer de mens aan zijn lagere wil afsterft. De mens moet eerst toetsen en niet zomaar blindelings alles aannemen. Eerst moet de mens worstelen, onderzoeken, zoals Jakob op Pniël, totdat de mens zoals Jakob breekt en zijn lagere zelf heeft overwonnen, om zo in contact te komen met de gnosis. De mens moet deze strijd en dit lijden aanvaarden en in die zin gracieus zijn. In het Aramees spreekt de SPH, de SF-wortel van Zefanja, over een natuurlijk overgangsgebied tussen woestijn en water. Alleen in de eeuwige woestijn kan de mens aan zichzelf afsterven, want eeuwig is een

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication