56

harten van de doden tegen de veer van MAAT, om zo hun noodlot te bepalen, om te bepalen welk loon ze krijgen. In die zin werken deze principes : HORI, OSU en ANU met elkaar samen in het oerwoud. Dit alles binnen de RAI-tijdschijf, wat in Egypte door RA werd gereflecteerd, als de heilige klok. De Egyptische poorten waren gesloten voor een lange tijd, hun mysteries verzegeld. In het proces om los te komen van genade en wedergeboren worden in loon moeten wij gebroken worden. Dit gebeurt in de leegte, in de afgrond. De Egyptische god die dit uitbeeldt is dus NUN. Dit is NEN in het Sranan Tongo, wat naam betekent. In het hebreeuws is 'naam' ook 'merkteken' en 'piercing'. Wij moeten gepierced worden voor het nieuwe loon, als bescherming tegen genade. Genade misleidt ons. In het Karaibs is de NUN : NENTO, wat vrezen betekent. In de NUN vindt dus verlamming plaats, in de paradijselijke afgrond. De NEN voert dus oorlog tegen ons om ons te breken, om ons te piercen. De Egyptische NUN doet dit door SEKMETH, de godin van de oorlog, de wraak en pestilentie, vaak afgebeeld als een vrouw met een leeuwenhoofd. Zij wordt ook wel het oog van Ra genoemd. In het Karaibs is zij SEKE-META. SEKE betekent verlamdheid, en META betekent een merkteken krijgen of hebben. SEKETU is mankheid, en SEKEME is verlamde. Wij worden hierdoor dus als Jakob geslagen om ons mank te maken, om SEKETU en SEKEME te ontvangen. Dit is dus een bepaalde gevoeligheid. Zo worden wij wedergeboren in loon, los van genade. In het Sranan Tongo : SEKANTI = strand (zand = sieraden in het Aramees, en sieraden = wapens in het boek Iyowb) METI = beest SEKI = schudden Klaagliederen 3 Vers 48 gaat over de klaagrivier. Deze rivier komt ook terug in Iyowb 21 : 33 in de Vulgata, de Latijnse bijbel. 21 : 33 – De volgers van de duisternis (het 'kwaad', oftewel het tegengaan, degenen die vechten) gaan naar het zand van de Cocyti/ Cocytus, de rivier van klaagzang, een rivier in de lagere wereld, onderwereld, en waar ze hun volgelingen mee naartoe nemen. Vgl. De draak, de bewaker en bewaarder van de URIM, die op het zand der zee staat in Openbaring, oftewel : die bewapent is. Dit is de rivier van tranen. De draak is ook een slang of zeeslang, als beeld van een halsketen. In het Sranan Tongo en het Karaibs tezamen betekent SEKHMET dus : het merkteken van het beest, de piercing of halsketen die tot schudden leidt, tot de heilige vreze, om zo te bewapenen. Dit zijn de eigenschappen van de URIM, waar dit plaatje in het Aramees over gaat. Hoofdstuk 29. Het Grote SEKHMET Mysterie Alles wat we om ons heenzien verbergt een diepere betekenis, die ons zal verzwelgen als we de betekenis niet vinden. Zoals de slang wijst op de halsketen van de heilige slavernij, en de spin wijst

57 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication