84

zij zeide: Drink, en ook uw kamelen zal ik drenken. Toen dronk ik, en ook de kamelen drenkte zij. 47 Daarop vroeg ik haar en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Betuël, de zoon van Nachor, die Milka hem gebaard heeft. Toen deed ik de ring aan haar neus, en de armbanden aan haar handen. 48 Ik boog mijn knieën en wierp mij neder voor de HERE, en ik prees de HERE, de God van mijn heer Abraham, die mij op de rechte weg geleid had om de dochter van de broeder van mijn heer voor zijn zoon te nemen. Symbolisch gezien is MAYIM, het matriarchische voetenzweet voor de schepping, geweldenaren, het oordeel over hen die onderworpen waren onder de matriarchische voeten, oftewel aan CHASMA (waar Christus uit voort kwam om dit af te dekken). Suiker was de vijand uitgezonden tegen dit matriarchische voetensap van de onderwereld. De voet is in het Aramees het symbool van de voedingsbron, omdat het de mens met de aarde verbindt. Suiker wil dit contact verbreken. Suiker is jaloers op deze voedingsbron. Wij leven op een valse afspiegeling hiervan, genaamd de aarde. MAYIM leidt terug tot de CHASMA. MAYIM is een bloedvergieter. Wij kunnen suiker alleen overwinnen door veel bloedvergiet. Na de lange reis van het vierde uur van de nacht in de Amduat, het boek van de verborgen kamer, die een reis is door de woestijn van Sokar, komen we aan in het vijfde uur, tot zijn grot, zijn geheime kamer, die de poort en sleutel is tot de poel des vuurs, wat niets anders is dan de poel van verjonging en wedergeboorte. In de verborgen kamer bevindt zich een slang, die een vermenging is van Sokar, Osiris en Ra. Dit is een gevleugelde slang. De verborgen kamer wordt bewaakt door Aker, de dubbele leeuw, een oergod van de aarde. De Aker bewaakt het heilige vlees, waarvan de slang een beeld is, oftewel het oorspronkelijke paradijselijke lichaam. In die zin is de poel des vuurs dus onmisbaar om terug te keren tot het paradijs. Door het nieuwe lichaam wordt het zesde uur bereikt, de grote paradijselijke afgrond waar alle schepping begint : Nun. Ook wordt het in het zesde uur duidelijk dat het verborgen vlees in feite van Nun was. Het verborgen en heilige vlees van het paradijs, het oorspronkelijke paradijselijke lichaam van Nun, wordt bewaakt door negen slangen. Zij bewonen het paradijselijke lichaam, zijn onderdelen van het paradijselijke lichaam, als de vruchtbare delen. Het is hun taak de vijand te roosteren, en de schaduwen van de vijanden in stukken te hakken, en zij vernietigen de geesten van de vijand. Zo komen we in de Egyptologie tot een veel eerlijker beeld dan dat van het traditionele christendom. In dit mogen we de Egyptische moeders leren kennen, vanwege dat juist het hele proces van de door woestijnen omgeven poel des vuurs een proces van barensweeen en wedergeboorte is, om zo tot diepere geboorte te komen, en dan mogen we dus komen tot de Amazones die deze maskers vasthouden. De maskers hebben al een veel grotere waarde dan wat het traditionele christendom ooit gebracht heeft, en liggen hieraan ten grondslag, wat het traditionele christendom juist verborgen trachtte te houden. Het is tijd dat de ware moeders terug gaan komen. Ismael wijst dus terug op Hagar, de AKER, de dubbele Egyptische wachter van de onderwereld met de twee leeuwenhoofden, als een beeld van de dubbele moeder, de vrouwelijke vruchtbaarheid. AKR is een anagram van KRA, de Levitische gnosis, loon, en van ARK, die ook het dubbele karakter heeft vanwege de dubbele cherubs, die in de Egyptologie twee godinnen waren. De ark als boot moet door de tijdschijf heen om tot wedergeboorte te komen, door de uren van de nacht, door het ontmoeten van de godinnen van de uren van de nacht en de monsterlijke wachters van de uren van de nacht, wat zich uit in verschillende divisies. De ark is dus onlosmakelijk verbonden aan de tijdschijf, zonder welke er geen wedergeboorte kan zijn. Zo is de ark dan ook onlosmakelijk verbonden aan de bizonjacht. Ismael is zo als de wedergeboorte door de Aker, door de Hagar. In die zin is Ismael dus belangrijk. Ismael maakte de reis door de tijdschijf, als slaaf van de wet, en bracht zo Israel voort als slaaf van de tijdschijf. In die zin is Israel de opstanding van Ismael, en is er geen Israel zonder Ismael. In die zin is de Koran, het boek van Ismael, van levensbelang, als een zinnebeeld. Wij kunnen alleen tot het ware Israel komen door de diepte van Ismael, hij die de reis

85 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication