26

Hij doet daarom niets, en zit maar op zijn troon. Op een nacht komt zijn moeder weer tot hem. Dit gebeurt in een droom. Zijn moeder is weer in krokodillengedaante en verslindt hem weer. Als hij wakker wordt weet hij ineens hoe het moet, en begint met het oordelen van de doden. V Hafereth schrijft vele boeken, over zijn moeder, en ook over het oordelen van de doden. De zielen in de onderwereld moeten deze boeken lezen en zich aan de wetten houden. Maar Hafereth voelt zich erg alleen. Hij heeft geen vrouw. Dan op een nacht heeft hij weer een droom. Zijn moeder komt weer tot hem en verslindt hem weer. Als hij ontwaakt heeft hij een vrouw. VI Zijn nieuwe vrouw is ook een krokodillengodin. Zij helpt hem met het oordelen van de doden. Maar op een dag verslindt zij hem. VII Nu is hij alles kwijt. Hij is zijn troon kwijt. Hij is armer dan ooit tevoren. In de nacht komt zijn vrouw soms tot hem in een droom, en verslindt hem dan. Het gaat steeds slechter met hem. Hij weet niet waar hij is. Alles is duister. VIII In deze duisternis maakt hij zijn eigen tent, in grote eenzaamheid. Later komt hij erachter dat hij dicht bij een rivier is. Het begint weer dag te worden. De rivier zit vol met krokodillen. Ze komen uit het water en omsingelen zijn tent. Dan verslinden zij hem, en hij vindt het ware geluk, diep van binnen, als een opwellende rivier. IX Hij wordt wedergeboren in de schoot van de krokodillengodin, en dan begint alles weer bij het begin, maar niemand kan zijn geluk nog stelen. Altijd is hij nu de gouden prins van het geluk. Een koninginnenkind is hij, Het kind van de krokodillengodin. Hij heeft het geheim van het leven gevonden.

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication