13

'Dat maken ze je maar wijs,' zei Troegadoer. 'Spoedig zal de stad vergaan, en er is niks wat je daaraan kunt doen.' Jog probeerde zich los te rukken uit de greep die de vliegende vissen op hem hadden. Ze stonken verschrikkelijk. Hij voelde hun hete adem in zijn nek. Ze hadden bijna een zwarte huid. Ze spoten hun inktgas in hem, terwijl hun nagels als naalden diep in zijn huid gingen. Hij werd plotseling depressief en duizelig. Toen viel hij op de grond. Troegadoer begon te lachen. Jog wordt dan wakker na een tijdje in een langwerpige zaal op een bed, waar nog veel meer mensen op bedden liggen. Een klein meisje komt aangelopen met lang, zwart haar. 'Wij zullen je bewerken met het zwarte zaad,' zei het meisje. 'Ook jij zal in een vliegende vis veranderen. We kunnen je goed gebruiken.' 'Nee !' gilde Jog, maar al snel injecteerde het meisje hem, en hij viel weer in een diepe slaap. Hij werd in een capsule gestopt en ging diep in de grond. Hij werd wakker toen ze de boom van het zwarte zaad hadden bereikt, diep onder de grond. Er zaten vleermuizen in deze boom. Hij moest van het zaad eten. Hij werd in een rivier geworpen en ging kopje onder. Hij zwom naar boven, en merkte dat hij in de zee was. Ook merkte hij dat hij een vis was geworden. Hij zag meerdere vissen om zich heen, en ze stegen op uit het water, om te vliegen. Ook hij merkte dat hij kon vliegen. Zijn huid was bijna zwart. Hij bevond zich in een zaal met vele andere vliegende vissen. Ze keken allemaal richting een bol, waarop een vogelachtige verschijning zat met grote vleugels. Toen veranderde de verschijning in een koning. Het was de koning van de vliegende vissen. Plotseling merkte Jog dat hij zijn eigen lichaam weer terughad. Hij rende door een tunnel, zoekende naar de uitgang. 'Nee, ik wil dit niet !' riep hij. Hij ramde met zijn vuisten op glas. Hij had het gevoel dat hij verdronk. Hij kon niet ademen. 'Is er dan niemand om me te helpen !' riep hij in wanhoop. 'Er is iets mis,' zei het kleine meisje. 'We kunnen hem niet veranderen in een vliegende vis. Zijn hart is te sterk.' Plotseling voelde Jog dat hij buiten lag op de grond, vlak voor het kasteel. Zo snel als hij kon rende hij terug naar het stadje Elzega. Hij was door deze ervaring zo getraumatiseerd dat hij er nooit meer over durfde te spreken.

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication