179

'Eindelijk,' sprak de barbaar. 'Laten we tot de Grote Afgrond gaan,' sprak het opperhoofd. De prins en de barbaar kregen een paard, en volgden het opperhoofd en zijn zoon. Vele dagen moesten ze reizen voordat ze een glimp opvingen van de Grote Afgrond. Het leek wel alsof de Grote Afgrond hen tegemoet kwam. Er waren in de verte vele stormen, als tornado's. Ze droegen een vreemd licht in allerlei kleuren, zoals paars, geel en oranje. De tornado's waren als pilaren met hun eigen kleur, en bovenop hen was er een dak van een vreemd rood licht, bijna verzilverd. Het was een groot natuurverschijnsel. Het opperhoofd sprak dat de Grote Afgrond bewoog. Het kon dichtbij komen en ver weg. Ineens keken ze in een immens diepe afgrond. De paarden steigerden. Ergens stopte hier alle ruimte. Het leek wel alsof hier hun gedachten stopten, alsof al hun gedachten hier afbrokkelden. Het was even voor een lange tijd stil. Toen probeerde het opperhoofd te praten, maar hij kon het niet. Hij maakte alleen wat gebaren met zijn handen, maar kon verder geen woord eruit krijgen. Na een tijdje stuntelen kon hij een beetje stotteren, maar niemand kon het verstaan. Na een tijdje begon hij duidelijker te spreken : 'Dat wat men tijd noemt is in wezen gewoon ook ruimte. Tijd bestaat niet. Zie tijd als ruimte, om zo niet opgesloten te raken in de betovering van tijd. Hier stopt alle ruimte. Hier kunnen we niet verder, maar hier worden we weer teruggedreven de ruimte in. De Grote Afgrond beweegt en kan ons overal brengen.' 'Dat lijkt op één grote trukendoos,' sprak de prins. 'Zou ruimte misschien ook een truuk zijn ?' 'Jazeker,' sprak het opperhoofd. 'Alles bestaat alleen maar op kaarten. Die kaarten geven de illusie van ruimte, en zo ook van tijd. Dit zijn de kaarten van de Rode Zee.' 'De Rode Zee ?' sprak de prins. 'Waar is die zee eigenlijk ?' 'Oh, die zee is wonderbaar,' sprak het opperhoofd. Zijn zoon knikte. 'Die zee is paradijselijk, en bevat alle geheimen van het leven.' 'Maar waar is die zee ?' vroeg de prins. 'Niemand weet dat,' zei het opperhoofd. 'Er bestaat immers geen ruimte. Dat is allemaal illusie. Ook nummers zijn illusie. Alles is één en hetzelfde.'

180 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication