193

'En waar moeten we nu naartoe ?' vroeg de prins. 'Volg mij maar,' zei de fee. Na een tijdje wees ze een richting in. 'Als je die kant op loopt,' zei ze, 'dan kom je vanzelf bij de Rode Zee. Alleen zij die de kaart hebben kunnen de Rode Zee zien. Voor alle anderen is de Rode Zee er niet.' De prins hield het kaartje goed vast, en liep in de richting die de fee had aangewezen, terwijl de anderen hem volgden. Het was hier nogal dichtbegroeid. Na een tijdje lopen zagen ze in de verte wat roods glinsteren. 'Dat moet de Rode Zee zijn,' sprak de prins. Hoofdstuk 9. De Rode Zee Plotseling werden ze tegengehouden door elven die pijl en boog op hen gericht hadden. 'Wat komen jullie hier doen ?' snauwde één van de elven. 'Wij hebben toegang gekregen van de feeen van het feeen terras,' sprak de prins. 'Niks mee te maken,' snauwde de elf, die zijn pijl al bijna in het gezicht van de prins had gedrukt. 'Maak dat je wegkomt,' sprak de elf geirriteerd. 'We hebben ook een kaartje,' zei de prins, en liet de kaart van de Rode Zee zien. De elven begonnen te lachen. 'Wat hebben wij daar nou mee te maken, jongen,' zei de elf op een bijna spottende toon. Hij had zijn hand tegen de schouder van de prins gezet, en duwde hem weg. 'Dit is ons gebied, belachelijk figuur. Val ons niet lastig met je stomme kaartjes.' 'Wij komen voor de Rode Zee,' sprak de barbaar. 'Rode Zee ?' lachte de elf. 'Er zijn hier geen zeeen. Nou maak dat je wegkomt, en snel een beetje. We hebben geen uren de tijd.' Het opperhoofd sprak toen wat dingen in een speciale elventaal, maar toen begon de elf nog kwaaier te worden. Met zijn boog sloeg hij het opperhoofd,

194 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication